Een protestsong

door Jessa van der Vaart

Ze wordt dikwijls afgebeeld in de wolken of een rozenhaag, met een zee van kaarsen of sterren om haar heen. Een vrouw in hemelsblauw of klatergoud met een fijn, lief gezichtje. Soms lijkt ze meer op een barbiepop dan op een vrouw van vlees en bloed. Dat lot trof Maria al vroeg: een knap staaltje Middeleeuwse marketing zou je kunnen zeggen. En door haar eeuwenlange ‘lieve’ uitstraling zou je bijna vergeten dat de taal die zij bezigt in Lukas 1 bepaald niet braaf is. Als de engel haar heeft aangezegd dat ze een zoon krijgt, zingt Maria een lied dat zich kan meten met een moderne protestsong. Je merkt meteen dat ze het niet alleen voor zichzelf zingt, maar voor iedereen die het maar horen wil. Want het feit dat die ene God voor haar heeft gekozen als eenvoudig, onbelangrijk meisje, betekent dat dát zijn weg is. Hij zal niet alleen Maria’s wereld, maar de hele wereld op zijn kop zetten. Hoor maar: ‘Hij heeft machtigen van hun troon gestoten en vernederden verhoogd; hongerigen heeft hij vervuld met alle goeds en rijken heeft hij leeg heengezonden’. Daar kunnen Bob Dylan en Bruce Springsteen nog een puntje aan zuigen! Maria zingt over ‘deze wereld omgekeerd’. Ze zingt voor alle mensen die niet meer kunnen zingen. Voor alle stomgeslagen, vernederde, behoeftige mensen, voor ons allemaal. Juist omdat haar verlangen vervuld is, ziet ze reikhalzend uit naar meer, naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Er is vaak niet veel te zien van Maria’s liedje van verlangen, maar de kerk heeft er van gehoord. Zij mag er vast op vooruitlopen, speuren waar het hier en daar al geschiedt en er van zingen. En een stoere Maria gaat ons daarin voor, op weg naar Kerstmis.

gepubliceerd op 12 december 2014



Alle columns