Klein en groot

door Dik Mook

In mijn studententijd woonde ik aanvankelijk met twee vrienden in een halve woning (ja die bestonden toen nog) in de Spaarndammerstraat. Maar al snel nam ik de stap om samen te gaan wonen met mijn huidige echtgenote.

We woonden nog kleiner dan in mijn halve woninkje met zijn drieën, op een kamertje van 3 x 4 met eigen douche in Noord. Hoewel dit ene kleine kamertje ook tot botsingen tussen ons leidde, waren we gelukkig met elkaar en met het dak boven onze hoofden.

Ik reed toen elke dag met mijn fietsje, via de pont en het CS, naar de binnenstad en werd daar twee maal per dag geconfronteerd met de daklozen. ‘s Ochtends slapend in portieken en onder de afdakjes van het station, en ‘s avonds wanhopig bedelend om geld. Ik ervoer een enorm contrast tussen mijn geluk en de tegenslag van deze mensen. Uiteindelijk kon ik een schuldgevoel niet onderdrukken; ik wel een woning, wel gelukkig, zij niet.

En onvermijdelijk vermengden de beelden van de miljoenen in de derde wereld zonder dak en eten zich met de natte kartonnen dozen waarin mijn daklozen huisden. Ik zag maar één uitweg uit deze onrechtvaardige situatie: Iedereen in de wereld een kamertje. Eerlijk delen, zoals ik de zak snoep eerlijk moest delen van mijn moeder: iedereen evenveel. In mijn hart vind ik dat nog steeds, alleen weet ik ook dat het zo niet werkt in de wereld. Toch is ‘klein’ mij altijd blijven intrigeren. Als iedereen minder ruimte inneemt, blijft er toch automatisch meer ruimte over voor ons allemaal? Het is eigenlijk zo eenvoudig. Het kleine kan zo veel teweegbrengen.

Horizon_Oikocredit
Foto: ‘Horizon’, Oikocredit

Die ene zandkorrel die je verplaatst. De mieren die minieme dingen verslepen en daarmee een gigantische mierenhoop creëren. Of die ene voetstap in de duinen die een heel duingebied doet verplaatsen. Een eindeloos druppelend stroompje holt de steen uit. Zo mogen we er op vertrouwen dat kleine bewegingen, kleine inspanningen uit kunnen werken tot grote bewegingen. Zoals de microkredieten (Oikocredit) aan de armen in de derde wereld waarmee een klein bedrijfje kan worden opgezet. Deze hebben een uitstraling naar vele families, dorpen, steden en uiteindelijk naar de economie van het hele land.

Bij deze hoopvolle gedachtes moet ik denken aan Jezus’ woorden uit Mattheus 17: 20. ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zullen jullie tegen die berg zeggen: ‘Verplaats je van hier naar daar!’ en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’

En omdat mijn hart vindt dat het onmogelijke waar moet worden, bid ik daarvoor, word ik ervoor stil, in mijn eentje of met anderen, in een grote of piepkleine ruimte. Op zulke momenten hoef ik echt niet meer of groter en kan ik tevreden zijn met mijn eigen kleinheid. Ik hoop dat steeds meer mensen in onze rijke wereld deze ervaring gaan delen, tegen elke trend van meer, groter en belangrijker in.
Dat is pas een groots perspectief.

gepubliceerd op 23 oktober 2005



Alle columns