Koninklijk

door Dik Mook

Toen Beatrix en Claus met elkaar trouwden in 1966 was ik 15. Ik was tegen, want bij mij was een sterk anti-Duits sentiment ingegoten door mijn ouders en de school. Duitsers moesten wel vreselijke mensen zijn, anders had de oorlog en al die ellende daaromheen niet kunnen gebeuren. Dat uitgerekend onze toekomstige koningin daarmee moest aankomen, ging er bij mij niet in. Mijn vrienden, die om de hoek van de Westerkerk woonden waar het huwelijk zou worden gesloten, waren ook tegen.

En we demonstreerden, keurig, democratisch, want we zouden die ondemocratische Duitser wel eens laten zien hoe je dat deed: met een spandoek en scanderend, ik denk, “go home”. Ons lieve protest had niet het gewenste resultaat en de enigen die uiteindelijk huiswaarts keerden waren wijzelf (en we misten de rookbommen verderop de route). We discussieerden nog lang na over het koningschap en een betere wereld die volgens ons dichterbij zou komen zonder koningen.

Voorpag_ZwaanIn datzelfde voorjaar maakten we een fietstocht door de polder van landelijk Amsterdam-Noord. We kwamen een broedende zwaan tegen. Zij zat op haar nest en wat wij ook deden ze bleef onbewogen zitten, met haar hals gestrekt, in een koninklijke houding, ver verheven boven ons stompzinnige experiment van herrie maken en bewegen om te zien wat ze zou doen. Tot het moment dat ze met een kleine buiging keihard op mijn voet bonkte met haar snavel. Zwijgend zijn we zo snel we konden vertrokken. Pas bij de pont spraken we weer met elkaar.

Al waren we toen op gereformeerde catechisatie, ik had geen weet van het idee van het messiaanse koningschap. David en Saul waren de eerste bijbelfiguren die mij het vermoeden gaven, dat er iets met die koningen, met hun koningschap aan de hand moest zijn. Saul, de favoriet, die tot agressie en depressiviteit vervalt. David die zo zachtaardig begint, ieders helper, de kleine man die sterk kan zijn, een echte kinderheld eigenlijk, die tenslotte ook tot kleinzielig moordgedrag in staat is. Het zijn de mannen die na mijn kindertijd vragen oproepen over macht, rechtvaardigheid en koningschap.

En dan Jezus, ontstegen aan de ‘lieve Here Jezus’ wordt als een koning binnengehaald in Jeruzalem zónder gouden kroon, zónder koningsmantel van bont en zónder paarden en wapengekletter. Er is iets met het koningschap aan de hand in de bijbel. Het lijkt wel haast een haatliefde verhouding. Steeds is er de roep om een koning in het oude testament, maar als die er eenmaal is, wordt hij verafschuwd. Het woord koning komt dan ook maar liefst 2739 keer voor. En in de meeste gevallen worden ze in verband gebracht met geweld. En zelfs David, de vredige antimacho koning begint zijn carrière met het doden van een vijand, de reus Goliath. Toch zit hem daar de kneep. De echte koning is een lieflijk mens, een musicus, een rossige, zachtaardige man, die niet uit is op macht, maar die macht als het ware tegen wil en dank krijgt toebedeeld. Net als Jezus met Palmpasen. Ook dan is er weer de roep om een krachtige koning die zijn macht moet aanwenden tegen de overheerser (Romeinen). Je zou kunnen zeggen dat David er nog intrapt: hij laat zich verleiden om mee te doen in de oude machtsverhoudingen, kan er niet aan ontsnappen. Jezus laat zich niet verleiden en laat zijn ego niet strelen door de macht die hem op een presenteerblaadje wordt aangereikt, aan te nemen. Hij weet wel beter, hij weet drommels goed wat er dan met hem gebeurt; hij is ook maar een mens. Hij wil niet het zoveelste bewijs worden dat de mens zo makkelijk te verleiden is tot macht en geweld. En de ultieme kracht zit hem er in, dat die macht wel wordt geaccepteerd maar dan tegelijkertijd wordt omgekeerd. Geen macht om te heersen die uitloopt op geweld, maar macht om te dienen. En hij gaat tot het uiterste, compromisloos, principieel.

En zo gaat het nu nog: de meest principiële mensen, op welk vlak dan ook, worden bespot, niet serieus genomen, uitgelachen. Maar diep in ons hart weten we het: ze hebben gelijk, zij laten zich niet door hun ego leiden, maar door liefde voor mens, natuur of wat dan ook. Zij blijven rechtop, koninklijk, als een zwaan op haar nest. En al zou die zwaan ons kunnen doden met één tik op ons hoofd, ze geeft slechts een klap op onze voet… blijf met je voeten op de grond, kijk uit, laat je niet verleiden tot macht en machtsspelletjes!

gepubliceerd op 23 mei 2008



Alle columns