Let eens op de vogels…

door Dik Mook

In de sloot voor mijn tuinhuisje heeft een waterhoentje een nest. Ik ontdek het op de eerste zonnige warme dag als ik een kopje koffie drink aan de slootkant. De vogel schrikt van mijn komst en fladdert weg door het hoge gras, waar nog geen koeien staan. Ik schrik natuurlijk ook, al is het voor mij geen levensbedreigende angst. En daar liggen ze, zes prachtige eitjes, af te koelen.

Ik drink gehaast mijn koffie en trek mij terug op gepaste afstand. Na uren zie ik boven het hoge gras aan de overkant van de sloot een zwarte snavel met rood knobbeltje bewegen. Pas als ik mij nog verder terugtrek, schiet een schichtige schim over het troebele water en vleit zich weer op de koude eitjes.

Het leven van deze vogel is zo eenvoudig, zo basaal. Onwillekeurig schiet me de bijbeltekst te binnen over de vogels die zich geen zorgen maken over de dag van morgen, uit Mattheüs 6 en Lucas 12. ‘Wees niet bezorgd voor uw leven’ Let eens op de vogels, ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren? Trouwens, wie is er in staat met al zijn tobben een el toe te voegen aan zijn leven?? Oké, deze vogel maakt zich geen zorgen voor de dag van morgen, maar is wel doodsbang. Kon de vogel de bijbeltekst maar horen, dan zou hij op kunnen houden met tobben over mijn aanwezigheid en gewoon op zijn nestje blijven zitten.

Al snel is mijn aandacht van mijn nestje weg als ik vuur bij mijn buurman meen te ruiken en mijn telefoon gaat met een werkprobleem. Uren later zet ik een kop koffie en plof zuchtend neer in mijn stoel aan het water. Krijsend fladdert mijn waterhoen weg tussen het hoge gras naar de overkant van de sloot. Oh ja, stom, niet aan mijn arme vogel gedacht. De slotregel van de ‘vogeltekst’ herinner ik me nu: ‘Maakt u zich dus geen zorgen om de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf’. Glimlachend kijk ik naar de waterhoen, verderop in het gras en bedenk me dat dat zeker voor deze vogel geldt, want minstens een week ben ik hier niet om zijn dagen, zijn eieren te verstoren. En opeens voel ik het als een nieuw inzicht. Omdat ìk me zorgen maak, me met anderen bemoei, sleur ik daarmee anderen niet vaak mee in een onnodig probleemveld? Kan ik anderen niet eenvoudig laten? Wordt de wereld daar uiteindelijk niet rustiger, vrediger van?

Heijboer_kip

Anton Heijboer

Ik was op de tentoonstelling van de zojuist overleden kunstenaar Anton Heyboer in Slot Zeist. In een filmpje is hij omringd door zijn vijf bruiden en doet hij de uitspraak dat de essentie van het leven is: ‘dat er niets is’. Heyboer noemde zichzelf soms Zen-meester en in dat licht is ‘het niets’ een meditatieve stilte, waarvan je leven doordrongen kan worden en daarmee verrijkt. Bidden noemen wij het wel of je richten op de onnoembare. Het motto van de tentoonstellingscatalogus luidt, een uitspraak van Heyboer: ‘Ik ben in geen 26 jaar op straat geweest, dan kom je vanzelf in de essentie van het leven terecht.’

Net als in die wonderlijke bijbeltekst waar we op de vogels moeten letten, kan ik adviseren deze tekst van Heyboer niet letterlijk te nemen, maar te gebruiken om alert te blijven, op zoek te blijven naar de essentie van het leven. En die essentie zou voor ieder mens wel eens een andere kunnen zijn. Maar de weg er naar toe gaat via ‘het niets’, het gebed, het richten op de onnoembare, via ‘niet bezorgd zijn voor de dag van morgen’, via dicht bij huis, dicht bij jezelf blijven, via de liefde misschien wel.

gepubliceerd op 23 juni 2005



Alle columns