Wonder

door Dik Mook

Soms kan ik dat ineens hebben: alles hier op aarde lijkt wel een wonder. Wakker worden uit een slaap waarin ik niets hoorde en voelde. Op de fiets voelen dat ik in evenwicht ben, niet omval. Dat ik kan zien, ruiken, voelen, proeven en horen. Dat ik kan genieten, maar ook pijn ervaar. Dat ik ontstaan ben uit een cel, dat er opeens leven was en dat ik dat ben. Dat het heelal onbegrensd is naar de toekomst en begrensd naar het verleden, las ik pas in de krant. Ik begrijp het niet, maar het is dan ook een wonder.
Als ik zo mijn hele leven overzie, dan hebben er zoveel wonderen in mijn leven plaatsgevonden; eigenlijk is het grootste wonder dat ik (nog) leef. Als ik me zo voel als nu, in een soort totale verwondering, dan doe ik een oefening die ik leerde van Tich Nhat Hanh, een boeddhistische monnik. Ga goed zitten, voeten op de grond, rug recht, handen in mijn schoot, zo ontspannen mogelijk; voel de ademhaling, de lucht naar binnen stromen en weer naar buiten stromen, voel de lucht langs je neusvleugels en voel je buik die op en neer beweegt; adem in en voel dat je inademt, adem uit en voel dat je uitademt. Na zo’n 10 minuten komen al mijn wonderervaringen dan bij elkaar in dat ene wonder: ik leef, het grootste wonder van alles.
Ik was pas bij iemand die stervende was. Ze was buiten bewustzijn, althans ze reageerde niet meer op prikkels van buiten. Maar haar ademhaling was rustig, stopte af en toe, ging weer door, tot het ademhalen helemaal stopte. Sommige mensen beweren dat op dat moment het lichaam 21 gram lichter wordt, de ziel het lichaam verlaat. Ik weet het niet, maar wat ik wel weer ervoer is dat het leven een groot wonder is en de dood minstens net zo groot.

gepubliceerd op 16 januari 2015



Alle columns