Brief aan Tine, #297

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Carolien Morée
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Kantelende Werelden
Titel: Brief aan Tine

 

“Kijk, die eend staat op zichzelf”! Een brief over de kantelende wereld door de ziekte van Alzheimer.

Lieve mam, moeder Tine,

Jij gaf als kind, als moeder, en als oma brood aan de eendjes, zelfs tot een paar weken voor je dood op 90 jarige leeftijd. Je woonde bijna je hele leven in huizen aan het water waarin vaak eendjes zwommen. Aan de Rotterdamse Leede, in Leiden en aan de Rijswijkse Vliet. En de laatste 2 jaar van je leven in Torendael, vlakbij het water en het paadje rond Zorgvlied.
Die laatste zomer liepen we op het paadje langs het water en keken naar de eendjes, de zon scheen warm en uitbundig en ineens zei je : “kijk, die eend staat op zichzelf”. Vol verwondering en bewondering keek je ernaar. Ik zag wat je bedoelde; je herontdekte met al je toch nog ergens opgeslagen bagage in je hoofd de spiegeling van de eend door de zon in het water.
Vrij exact meldde je de laatste jaren wat je waarnam. Alsof het nieuw was, telkens weer. Maar wel met de wijsheid en kennis van weleer. De ziekte van Alzheimer maakte dat je de samenhang tussen alle opgeslagen kennis in je hoofd kwijtraakte.
Na je studie farmacie in Leiden, ging je aan het werk als apotheker. Werk waarvan je genoot, tot na je 65e. Was het daarom dat je zo exact waarnam en dat wat je zag benoemde?

In de jaren toen de ziekte van Alzheimer begon, heb je met al je kracht en je intellect dit “geheim gehouden” voor je omgeving. Door slimme antwoorden te geven leidde je heel wat mensen, waaronder je huisarts, om de tuin. 100-9? “Nou 91 natuurlijk”. Onze koningin? “Beatrix ”. Zagen wij, je kinderen het dan alleen? Dat je steeds meer de regie kwijtraakte. Als ik iets wilde doen, werd je boos. “Dat heb ik net gisteren nog gedaan”. We hebben heel wat “discussie” gehad. Reclamefolders waren belangrijke post. Tot je je soms erbij neerlegde en stralend vertelde, dat er zomaar een tasje met perssinasappelen en brood aan de deur hing. De rijdende winkel bezorgde de boodschappen thuis.

Je wereld kantelde; langzamerhand vervaagde je grip op de werkelijkheid. Je at ’s morgens een beschuitje en dronk er een glaasje wijn bij; aan tafel zitten en een wijntje drinken hoorden bij elkaar. Je weigerde hulp van buitenaf, was soms wantrouwend en wilde zelf krampachtig de regie over je leven behouden. Het was vast beangstigend voor je; we konden je daarin niet helpen en bijstaan, anders dan er te zijn. Tot je viel, je bekken brak en naar het ziekenhuis moest en daarna naar een revalidatieafdeling. Je leerde weer lopen met een rollator. We besloten, dat je niet meer thuis zou komen. We vonden een plekje voor je in Torendael, op een groepswoning.
Je had een eigen kamer, die we in het klein inrichtten als jouw eigen flat, met je schilderijen, je stoelen en je glazenkastje. Je herkende het gelijk als “thuis”.
Vaak zei je tegen de verzorgenden en tegen ons: ik woon hier al jaren. De woonkamer met de “medepassagiers” vond je niet zo fijn. De geluiden soms te hard, en de mensen zwegen steeds.
Gelukkig kwamen we vaak op bezoek, en liepen dan buiten, langs het paadje bij het water.
En we dronken een glaasje wijn in het restaurant, met vaak een bitterbal. Nooit in je leven at je die, maar sinds je alzheimer had vond je ze heerlijk.

Ook voor mij veranderde er veel; ik moest nu voor jou zorgen. De rollen omgedraaid. Niet als zorgen voor een kind; met je levenswijsheid en opgedane kennis bekeek en omschreef je de wereld.
Er veranderde veel door je alzheimer; je hield ineens van knuffelen, aanraken. We ervoeren een totale overgave en vertrouwen in ons die je regie overgenomen hadden.
Een andere kant van de ziekte van Alzheimer: Je accepteerde de wereld zoals hij was, mild en zonder hinder van eerder verdriet of frustratie. Misschien wel een zegen…

Eens vroeg je wie dat lieve blonde jongetje was op de foto in je kamer. Ik vertelde je, dat dat je zoon was. Later vroeg je nog eens, wat er met dat jongetje gebeurd was. Met een brok in mijn keel vertelde ik dat hij dood was, omdat hij niet meer wilde leven. Je accepteerde dat en kon er peinzend naar kijken zonder het diepe insnijdende verdriet van toen. En na weken kon je dan ineens weer zeggen “och ja, dat jongetje”.

Je was een erg lieve, krachtige, serieuze vrouw en sinds de geboorte van je kleinkinderen gelukkig weer steeds meer met twinkeloogjes. Je stond altijd voor anderen klaar. Met je mandje, om naar de eendjes te gaan, of gevuld met uit de tuin geplukte bloemetjes of lekkers.
De laatste jaren hebben wij dat maar voor jou mee genomen.
Tot het laatst toe was je uiterst bescheiden, vaak op de achtergrond, zeer dankbaar voor alles wat je gegeven is in het leven.

Lieve, lieve mam, ik zie je nog zitten in je stoel onder de ingekleurde ets van het panorama van Rotterdam van voor de oorlog, waarop je aanwees: “Daar aan de andere kant van het water woonde ik…”

gepubliceerd op 26 maart 2024

Overdenking Derk Sauer 17 maart jl.

door webmaster

Derk Sauer

(de gehele dienst is ook terug te kijken via kerkdienstgemist.nl)

Derk houdt een korte introductie over zijn Remonstrantse afkomst, catechisatie in Vrijburg bij ds. Van Leeuwen.

Lezing Prediker 9: vreugde van het leven en dwaasheden – 1 en 7-12.

Lang over deze zinnen nagedacht. De laatste twee jaar van ons leven was moeilijk om ergens vreugde in te vinden. Laat staan om vrolijke kleren aan te trekken of een feestelijke geur te kiezen. Maar het meest ingewikkeld is de notie ‘het bestaan is leeg en vluchtig. Wij allen zijn afhankelijk van toeval.’ Alsof alles ons maar overkomt en we er geen invloed op hebben.

In het Parool schreef ik me te schamen niet genoeg gewaarschuwd te hebben voor Poetin. Ons leven in Moskou was zo fijn, de vriendschap met onze Russische vrienden zo warm, dat een oorlog niet in ons denkraam paste. Dat moord, verkrachting, vernietiging, loopgraven als in WO 1 twee jaar later bijna genormaliseerd zouden zijn was en is onvoorstelbaar.

De eerste schrik en woede maakten plaats voor een diepe teleurstelling. Veel van onze Russische vrienden namen al snel de benen en wilden niets te maken hebben met Poetins oorlog.  Het zijn the best and the brightest van Rusland. Enorme braindrain van 1 miljoen.

Mijn collega’s van The Moscow Times en TVRain lieten hun hebben en houwen- en families- achter. Vanuit Amsterdam zetten we de strijd tegen de oorlogspropaganda voort. Maar veel vrienden en kennissen bleven- gewild of ongewild- achter en pakten naarmate de tijd verstreek de draad van het gewone leven weer op.

Het Moskou van nu is met dank aan de oorlogseconomie een nog meer vibrerende stad dan voor de oorlog. Volle restaurants, theater premières, Bolshoi ballet. En dat op nog geen 800 kilometer van het front.

Wegkijken is gemakkelijk. De slogans die aan de oorlog herinneren zijn uit het stadsbeeld weggehaald. Op het nieuws wordt alleen overwinning gemeld.

Niet dat veel vrienden actief voor de oorlog zijn, maar er is altijd het ‘ja maar’.

‘Ja, maar dit is een oorlog van Amerika’ – ‘Ja maar, Zelenski is ook geen lieverdje’

Maar hoe boos kan ik zijn op mijn assistente Irina die in de yoga is gevlucht. Tijdens WO2 speelde het Concertgebouworkest gewoon door en lieten we in deze stad 30.000 joden onder onze neus wegvoeren. Verzet en kritiek is alleen de allerdappersten gegeven. Er zijn inmiddels duizenden politieke gevangen.

Van een 84-jarig Oma in een provinciestadje die iets lelijks over Poetin op socials schreef nadat een familielid gewond raakte en daarvoor 5.5 jaar kreeg tot 25 jaar voor Kara-Murza

Zou ik zo dapper kunnen zijn- met een vrouw en drie kinderen?

Ik denk in dit verband ook aan Evan Gorshkovich – de journalist en beste vriend van zoon Pjotr die nu al bijna een jaar eenzaam in een cel zit.

Poetin evolueerde van een autocratische leider tot een brute dictator.  Een orthodoxe Ayatollah. Helaas, de Kerk is weer eens de aanjager van een oorlog- de zoveelste heilige oorlog. Erg onderbelicht in de berichtgeving. Zonder de zegen en actieve steun van Patriarch Kirill kon deze oorlog nooit gevoerd worden. Kirill noemt de aanval op Oekraïne een strijd om de Christelijke waarheid- een heilige oorlog en haalt daarbij diverse Bijbelteksten aan.

En nu heeft de Paus ook nog eens Oekraïne opgeroepen om de witte vlag te hijsen! Hoe verhouden we ons tot kerkleiders en dictators die de vernietiging van Oekraïne nastreven en het herstel van het Russische Rijk?

Daar sta ik nu met mijn gebroken geweertjes en pacifistische gedachtengoed en wil ik nu dat de failliete VDL fabriek zo snel mogelijk tanks en granaten gaat produceren.

Vrede, Peace, Mir lag altijd op mijn lippen – maar nu verzet ik me met alle macht tegen de defaitisten – ook in Nederland- die zeggen dat Oekraïne met Rusland moet onderhandelen over vrede.

Maar wat voor vrede wordt dat het doel de machtigste partij de vernietiging van de zwakste is. Moeten wij juist op dat moment niet opkomen voor die zwakste en zorgen dat het kwaad niet overwint. David tegen Goliath.

De dood van/ moord op Navalny was een ongelofelijk klap voor mijn collega’s en mijzelf. En niet alleen de dood zelf- ook het gehannes met zijn lichaam- zijn moeder die naar de Noordpool reisde en van het kastje naar de muur werd gestuurd. Met de dood van Navalny lijkt het laatste vlammetje van hoop op een beter Rusland gedoofd. Daags erna werd Nobelprijs winnaar en Memorial oprichter – de zeventig jarige Oleg Orlov tot 2.5 jaar cel veroordeeld. Orlov weigerde, net als Navalny Rusland te verlaten.  In zijn laatste woord zei Orlov dat Rusland is weggezakt in totale duisternis- ‘Maar geef niet op’.

Datzelfde zei Navalny toen hem -nog in vrijheid- werd gevraagd wat hij zijn medestanders wilde meegeven mocht hij worden vermoord: ‘Geef niet op. Doe iets’.

En zie daar. Terwijl er geen licht meer leek te zijn in de tunnel, was daar in de begrafenis.

Duizenden en duizenden Russen, oud en jong, trotseerden -en trotseren nog steeds – het gevaar en trekken langs Navalny’s kist. Tot aan vandaag staan er lange rijen.

Elke nacht worden de bloemen bij zijn graf weggehaald en elke dag opnieuw onder bloemen bedolven. Het laat niet alleen zien hoe geliefd Navalny bij zoveel Russen was- in alles de tegenpool van Poetin. Het laat vooral aan Russen zien dat ze niet alleen staan- de ban van de angst is verbroken- ondanks de arrestaties en vervolgingen.

Om de bijbel er nog even bij te halen. In Jesaja 9 lezen we: Jesaja 1t/m 4: Het volk dat nu in het donker leeft zal een stralend licht zien. Met andere woorden: er is altijd licht aan het eind van de tunnel- ook al zag ik dit nu even niet.

Maar de oproep van Navalny is minstens zo belangrijk: ‘Geef niet op. Doe iets’. Een schreeuw om actie.

En nu denkt U misschien, wat kan ik doen in mijn kleine hoekje, ver weg van het oorlogsgeweld?

Het hoeven helemaal geen grote daden te zijn. Of zoals Desmond Tutu zei:

‘Do your little bit of good where you are. It’s those little bits of good put together that overwhelm the world.’

En Ghandi: ‘An ounce of practice is worth more than tons of preaching’

Om het U makkelijk te makkelijk te maken heb ik een lijstje gemaakt van simpele dingen die U kunt doen:

– een kaartje sturen naar Evan Gershkovich en andere politieke gevangen,

– The Moscow Times lezen zodat U goed op de hoogte blijft- en nog beter een kleine donatie

doen.

– Oekraïense vluchtelingen blijven steunen.

– In woord en daad uitdragen dat Oekraïne onze blijvende steun verdient.

Deze tijd doet zo aan de jaren dertig van de vorige eeuw denken- er zijn zoveel parallelen dat ik er bang van word. Maar laat ons dit vooral niet verlammen en bij de pakken neerzitten – en om Prediker 9 – waarmee ik begon- nogmaals te citeren:

‘Eet je brood met vreugde, drink met vrolijk hart je wijn’.

gepubliceerd op 22 maart 2024

Vier Palmpasen in Vrijburg!

door Joost Röselaers

Dienst 10.30 uur met kinderkerk o.l.v. Joost Röselaers

De verwachtingen zijn hooggespannen en de stemming is uitgelaten wanneer Jezus als
een koning Jeruzalem binnenrijdt. Over het hebben van verwachtingen gaat het
vandaag. In de praktijk kan dat soms flink tegenvallen. Die teleurstelling kleurt ook
deze Palmzondag. Het ‘Hosanna’ van de intocht zal binnen de kortste keren omslaan in
het ‘Kruisig hem’ van Goede Vrijdag als het drama van de Stille Week zich in
diezelfde stad afspeelt. Dat is echter geen reden om onze door Jezus geïnspireerde
verwachtingen van een betere wereld te laten varen!

Er is kinderkerk, en de kinderen gaan tijdens de dienst palmpasenstokken maken. Aan het einde van de dienst komen ze daarmee de kerk binnen. En wij zingen ze van harte toe!

Joost Röselaers leidt de dienst, Daan Mulder speelt op het orgel.

Afbeelding: Pietro Lorenzetti, Intocht in Jeruzalem, ca 1320

gepubliceerd op 20 maart 2024

Laat de wereld kantelen, #296

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Eli Valeton
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Kantelende Werelden
Titel: Laat de wereld kantelen

 

Laat de wereld kantelen

Laatst, aan het ontbijt, zag ik in mijn theekopje, aan de rand tegen het porselein, allemaal kleine glanzende belletjes. Als een eenvoudig en stralend sieraad van glaspareltjes. Zo mooi! Gek dat me dat nou nooit eerder opgevallen is.
Toen ik die dag boodschappen ging doen zag ik in het bosje achter de Joodse begraafplaats een zee van sneeuwklokjes. Prachtig! Ze zijn zo sierlijk en teer en zo onaanraakbaar. Ik zou ze niet durven plukken. Zo wonderlijk dat ze als het ware uit de schijnbaar levenloze grond ineens naar boven komen.

Ik moest denken aan een uitspraak van Jezus zoals opgeschreven door Mattheus: “leer van de leliën des velds, hoe ze groeien: zij zwoegen en spinnen niet…ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet iets heeft omgehad als één van hen”. De boodschap is dat je je niet – of weinig – zorgen moet maken over je dagelijkse beslommeringen. Een soort “komt goed!”- boodschap. Die avond kwam ik bij William Somerset Maugham, ergens in “A Writers Notebook”, een beschrijving tegen van de lente. De schrijver ziet de eerste blaadjes aan de zwarte takjes van de berk. Zo nieuw en zo teer en zo puur! Bij het zien ervan had hij het gevoel dat ook zijn ziel puur werd, alsof hij weer een kind was. Zoiets voelde ik ook toen ik daar bij die sneeuwklokjes stond

Al die ervaringen samen maken dat ik me gelukkig voel.
Maar ’s avond, als ik naar het journaal op de televisie kijk, dan klapt die blije stemming compleet om. Dan zie ik lijden, verwoesting, onrecht, moord op tegenstanders, vernedering, domheid, oorlog, natuur die verwoest wordt en genegeerd door politici en nóg meer ellende. Dan lijkt de wereld een puinhoop en de toekomst hopeloos. De nieuwslezer laat me ontredderd achter. Mag ik nog wel genieten van al het mooie en goede om me heen? Moet ik niet iets doen? Maar wat dan? Geld geven is niet echt iets “doen”. Demonstreren dan? Ja, als iedereen meedoet heeft dat op den duur effect, soms.

Ik wou dat de wereld kantelde. Als een dobbelsteen die op zijn zij valt. En dat al het geweld en het kwaad eronder verpletterd wordt. En dat die dobbelsteen dan zo valt dat de waarde die boven komt een één is. De kleinste, bescheidenste waarde. Maar wel verwijzend naar grootheid en heelheid en naar de Eeuwige die de grond is van ons bestaan.
Dat klinkt nogal apocalyptisch. Ik moet reëel blijven en mijn machteloosheid accepteren. Ik neem mij voor elke dag naar die schitterende belletjes in mijn theekopje te kijken. Om mezelf te troosten. Om de hoop niet te verliezen. Omdat het óók niet rechtvaardig is al het mooie en goede in dit leven te negeren!

gepubliceerd op 19 maart 2024

Als alles duister is: God op de A12, #295

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Margot Brouwer
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Kantelende Werelden
Titel: Als alles duister is: God op de A12

 

Als alles duister is: God op de A12

Ik zit met mijn billen op het asfalt van de A12 in Den Haag, precies tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer. Achter mij staat een rij agenten in zwartgele hesjes, een grote politiebus en een dreigend Duits waterkanon. In mijn vorige podcast: ‘Een brief aan mijn toekomstige kind’, stelde ik me bloot aan de wetenschappelijke prognose van de gigantische klimaatramp waar we in de komende 50 jaar op afstevenen. En nu zit ik hier, met meer dan duizend andere mensen, om te demonstreren tegen het feit dat onze Nederlandse overheid de grote fossiele bedrijven áchter deze klimaatramp met 46 miljard euro per jaar sponsort.

Mijn hand wordt liefdevol vastgehouden door dominee Rozemarijn van ’t Einde, die zittend in haar rolstoel linksboven mij uittorent. Waarom zij hier zit, ondanks haar chronische ziekte én ondanks – of juist dankzij – haar religieuze ambt, heeft ze opgetekend in haar diep persoonlijke boek: ‘Rebelleren voor het leven: Een dominee in actie voor klimaatrechtvaardigheid’. Tijdens de hele actie stromen mensen naar Rozemarijn toe: ‘Ik zat in de trein terwijl ik je boek las, en ik heb daar gewoon zitten huilen! Je hebt me zo geïnspireerd om hier nu te zijn.’ Mijn hart gloeit van trots en dankbaarheid dat Rozemarijn bij me is, als ik straks voor het eerst wordt gearresteerd.

Achter me hoor ik de agenten steeds dichterbij komen terwijl ze andere demonstranten de bus in begeleiden, en soms sleuren. Door de angst voel ik mijn wereld kantelen. Ik herinner me dit soort surrealistische momenten al van toen ik heel klein was. Soms, als ik nadacht over God en de zin van het bestaan, grepen de vragen me zó aan dat mijn hele perspectief op de wereld kantelde. Op zo’n moment realiseerde ik me dat mijn hele leven een film was geweest, met in de hoofdrol degene die ik altijd had gedacht te zijn. Die momenten maakten me altijd afschuwelijk angstig. Want als ‘ik’ degene ín de film was, wie of wat bekeek dan de film?

Rozemarijn voelt blijkbaar mijn zenuwen. ‘Zullen we zingen?’ stelt ze voor. Met trillende stem zetten we een lied in: ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, ‘n vuur dat nooit meer dooft. Als alles duister is…’ Dit vind ik het mooiste van actievoeren met Christian Climate Action: dat we op de duisterste momenten moed mogen putten uit Gods nabijheid. In haar boek schrijft Rozemarijn: ‘Op geen andere plek voel ik me zo dicht bij God als na een arrestatie.’ Terwijl we zingen voel ook ik heel even dat God er is: gewoon hier, op de A12. Maar nog voor ik weet of het gevoel écht is, is het alweer voorbij. De ongrijpbare aanwezigheid maakt plaats voor een diepgevoelde afwezigheid. Ik voel angst, verwarring, teleurstelling. ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Plotseling zijn we aan de beurt om opgepakt te worden. De agenten halen ons uit elkaar. Ze weigeren Rozemarijn mee te nemen in de politiebus, en rijden haar – onder heftig protest – naar de kant van de weg. Ontzet stappen we in de bus.

In vergelijking met alle spanning en anticipatie, stelt de arrestatie zelf weinig voor. Na een korte busrit worden we net buiten de stad meteen weer losgelaten. We zijn vrij om te gaan. Het enige wat me niet loslaat, is dat ongrijpbare moment op de A12. Het confronteert me weer met de vraag die ik me van kinds af aan stel: is God er, of is God er niet? Als God daar écht was, waarom kon ik haar dan niet zien, niet voelen, niet horen? En waarom doet God eigenlijk niets tegen al het onrecht waartegen we daar proberen te strijden? Jarenlang heb ik met deze vragen geworsteld. Me verdiepend in de filosofie van Spinoza, de non-dualiteit en de mystiek ben ik er uiteindelijk achtergekomen. Ik heb ontdekt wíe er naar de film van mijn leven kijkt, en van alle andere levens in het Universum: God. God was bij me – en bij ons allemaal – daar op de A12. Ook al kon ik God niet zien, zij zag mij. Of eigenlijk was zij het zien zelf. God is dat licht in ons, dat ondanks alles nooit dooft. Maar dat is alleen te zien in het duister.

gepubliceerd op 12 maart 2024