Geschreven door Pieter-Jan André
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Ik weet waar een café is,
biljart en geen tv is,
waar opa op zijn sloffen
zijn nieren af komt stoffen.
Een Griek uit verre landen,
biljart over driebanden,
geen mens is uit de gratie,
geen grein discriminatie…
Dit prachtige gedicht is van de in 2003 overleden Willem Wilmink.
Ach zo’n café,
café met een lage zoldering
en geen wc voor dames apart.
Ach zo’n café
Café spoedige herinnering…
Veel oude cafés in de binnenstad van Amsterdam zijn in financiële moeilijkheden. De coronacrisis heeft zijn tol dusdanig geëist dat met name die cafés die zo klein zijn dat je ‘zittend op de wc je glas op de toog kunt zetten’… het soms maar ternauwernood redden…
De tekst van Wilmink laat mooi zien wat voor verlies het is als dat type café verdwijnt…
Café het Smalle, aan de Egelantiersgracht, waar ik graag kom, heeft een trappetje waar je met volle aandacht s avonds laat naar beneden moet wil je niet afschuwelijk vallen… En waar een poes op de oude vaten ligt die vlak onder het plafond zijn gestapeld. Met één wc voor alle gezindten… Het is ook het café waar Koningin Beatrix op 30 april 1988 spontaan een zoen kreeg van een Amsterdammer…en ja…het was ook de stamkroeg van Holleeder
In dit soort cafés kan iets wat nergens anders kan. Het ondermaanse geeft hier de hand aan het hogere… En de drank doet de rest…
Nu de bloedsomloop van de stad weer opgang komt zijn die plekken straks weer open voor iedereen… En mogen wij of in ieder geval ik weer een beetje in de dromerige hallucinatoire atmosfeer komen die zo meesterlijk wordt beschreven door Antonio Tabacchi in zijn boek Requiem…(1994)
Het is voor mij dezelfde dromerige sfeer als bijvoorbeeld in café het Smalle…
Altijd wanneer ik daar zit komt mijn oude vader tot leven… Hoe ik daar regelmatig met hem op zijn 95ste nog aan de wijn zat… en dan rond 1.00 uur dat trappetje af moest… en dan altijd die schalkse flirt van mijn vader met de vrouw achter de bar… En die glimlach terug… Geen me-too gedoe…
Zo komt Tabacchi in een zinderend warm parkje in Lissabon allerlei bekendheden tegen die aan zijn geestesoog verschijnen; onder andere zijn oude vader en vrienden. Maar ook bijvoorbeeld de dichter Pessoa. Eén voor één draven ze op uit de trillende augustushitte…
Niets is wat het lijkt en alles is schijn… Ik verheug me… op het opengaan… en nu maar hopen dat de cafés de doorstart aankunnen…
Bonjour café.
gepubliceerd op 8 juni 2021