Ben je goed met jezelf? #315

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Pieter Jan André
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Onvrede
24 september 2024
Titel: Ben je goed met jezelf?

Ben je goed met jezelf?

Twee weken terug had ik een afspraak met mijn ‘small-talk’ groepje. Beppy, Ria en ik. We doen dit al bijna 10 jaar, elke maand. De ene keer bij Ria, de andere keer bij Beppy en dan weer bij mij.
We praten ‘wat’ filosofisch over alledaagse gebeurtenissen. Of dingen die we meemaken… het kan eigenlijk van alles zijn.
Wat het filosofisch maakt is dat we niet alleen praten over de voorgrond van wat zich afspeelt in ons leven maar ook over de achtergrond. Wie we zijn, wat ons te doen of te laten staat en wat onze gevoelens zijn over gebeurtenissen. En we proberen voorvallen in een groter verband te zien.

Op 18 juni hadden we onze small-talk avond bij Beppy in de Nieuwe Amstelstraat. We liepen lang uit; we hadden zoveel te bespreken. Pas om 23.45u gingen Ria en ik de trap af om naar huis te gaan. Bijna middernacht.

Al pratende zocht ik in het donker mijn swapfiets om er mijn accu in te stoppen. Ik zag het silhouet van mijn fiets… dacht ik tenminste. Ik klikte ‘m erin en wist meteen: “Dit is niet mijn fiets, jakkes.” Want dan krijg je met ‘jouw’ sleuteltje de accu er niet meer uit. Mijn fiets stond geduldig te wachten 4 fietsen verder… Ik realiseerde me, -ik kan niet meer met mijn fiets naar huis.- De helpdesk van de Swapfietsen firma is om middernacht gesloten. Anders had ik die nog kunnen bellen en die hadden dan de eigenaar kunnen vragen de accu te ontgrendelen. Maar ja, om middernacht zal de eigenaar ook wel op één oor liggen.

Ik ging terug naar Beppy, schreef een briefje met mijn telefoonnummer en de mededeling dat ik de volgende morgen om 8.30u weer bij de fiets zou staan.
Ik stak over naar de Stopera waar een taxi stond. De chauffeur was een jongeman van ongeveer 35 jaar. Ik stapte in en vertelde dat ik naar de Houthavens wilde en het verhaal van mijn accu. Hij snapte direct wat er aan de hand was. “Heeft u het serienummer van de Swapfiets gefotografeerd? “Nee” antwoordde ik . “Dat moet u wel doen, want anders kunnen ze daar bij de firma niks met u melding. Wacht, ik rijd er wel even naartoe.” Met een mooie grote boog keerde hij om, zette zijn auto schuin op de stoep en wees naar een berg fietsen. “Staat’ie daarbij?” , “ja” antwoordde ik. En voor ik het wist was hij al uit de auto, deed het lampje van zijn telefoon aan en nam een duik tussen de fietsen. En ik erachter aan. Hij zag snel om welke fiets het ging vanwege het briefje dat erop zat en fotografeerde het serienummer.

Eenmaal terug in de taxi kregen we een gesprek. ”Wat doet u in het dagelijks leven?“ “Ik ben filosoof en geef nog lessen en trainingen maar officieel ben ik met pensioen”. “Oh, mooi vak lijkt me, meneer. Wat voor leerlingen had u?” “Maatschappelijk werkers, ik legde veel uit op gebied van religie, beroepsethiek etc”. “Meneer, mag ik u dan een vraag stellen? ”. Ondertussen reden we rustig door. Ik was dicht bij mijn huis. ”Wat vindt u nou van Gaza en Israël?“ Na een korte stilte antwoordde ik, terwijl we langs het monument op de Dam reden: “Volgens mij zijn hier twee getraumatiseerde volken die elkander naar het leven staan. Allebei (ooit) in de steek gelaten door de wereld. De joden tijdens de holocaust en de Palestijnen al 100 jaar door de Arabieren”. In een flits moest ik denken aan de tekst van Adriaan Roland Holst op het monument op de Dam. “Wat vind jij?“ “Meneer, zo zie ik het ook.” Er volgde een stilte… en toen ineens: “Mag ik u nog wat vragen?” “Ja, natuurlijk” antwoordde ik.
“Meneer, bent u goed met uzelf?” er viel weer een stilte.
“Ik geloof van wel… maar ik merk ook dat ik elke dag tekort schiet.”
“Ja, dat heb ik ook… ik geloof wel dat ik goed ben met mijzelf en ook met mijn gezin, maar ik schiet ook elke dag tekort…”
“Weet je “, vroeg ik, ”volgens mij ben jij Moslim, klopt dat?“
“Ja…”
“Ik ben christen, in ieder geval ben ik zo opgevoed.“
“Ik denk dat mijn God mij vergeeft dat ik elke dag tekort schiet.”
“Ja, de mijne mij ook.”
“Dan hebben we misschien allebei dezelfde God…”

We reden mijn wijk in. Voor mijn deur gaven we elkaar 2 keer een ‘box’. Ik had het gevoel dat ik zowel een mens, als God had ontmoet…

 

De tekst van Adriaan Roland Holst die van 1888 tot 1976 leefde, op het monument op de dam luidt:

Nimmer van erts tot arend, was enig mens vrij onder de zon, noch de zon zelve. Noch de gesternten. Maar geest brak wet en stelde op de geslagen bres de mens. Uit die eersteling daalden de ontelbaren.


Duchtend zijn hoge blik, deinsden hun zwermen binnen de wet terug en werden volkeren en stonden elkander naar het leven, onder nachtgewolkten verward treurspel, dat wereld heet.


Sindsdien werd geen mens vrij dan ontboden boven zijn dak, geen volk dan beheerst van boven zijn torens.


Blijve dat ons bij, verlost als we werden uit het schrikbewind van een onderwereld. Niet onbeheerst van boven de wereld, blijft vrijheid ons deel.

gepubliceerd op 24 september 2024



Alle columns