Kerstmis aan het licht

door Liesbeth Baars

Als het jaar naar de winter keert en de dagen kouder worden, dan komt de tijd van de lichtfeesten. In de zomer en het voorjaar steken wij op de feesten vuren aan buiten, in de wintermaanden steken wij kaarsen aan en zoeken binnen de menselijke warmte op. Op weg naar Kerstmis lopen dan Sint Maarten, Sint Nicolaas en Sint Lucia, die zich kenmerken door licht en warmte, met ons mee voorop naar het grote lichtfeest toe.

Kerstmis

Nu de avonden langer worden en wij meer binnen zitten thuis, is deze tijd voor Kerstmis ook de tijd waarop wij meer naar binnen zijn gericht. In Oosterse kerken is het gebruikelijk om te vasten in de dagen voor kerst. Dit vasten kenmerkt zich door inkeer en door tijd te nemen voor bezinning. In het westen wordt er niet meer zo vanzelfsprekend gevast. Wij bezinnen ons wel op het komende feest door bijvoorbeeld op de vier zondagen voor Kerstmis, de adventstijd genoemd, een kaars meer aan te steken op de adventskrans. Elk jaar hetzelfde ritueel waarin wij zien, dat wij vanuit het donker (geen kaars) naar het licht (vier kaarsen) op weg zijn. Daarom zijn de lichtfeesten een hulp om door de donkere tijd heen te komen. Er is plezier en er is moeite in het leven, licht en donker. Er is het besef van dood en rouwen om wie verloren zijn en er is geluk. Feesten zijn ook momenten van inkeer om bij onszelf te zijn en om anderen te ontmoeten in het licht van God.

Een graag gezongen lied in de adventstijd is ‘Zonne der gerechtigheid, ga ons op in deze tijd’. Hier gaat het om de komst van Christus die de ‘zonne’ van de wereld is en geboren wordt in Bethlehem. In het woord ‘advent’ ligt de betekenis van ‘het wachten daarop’ en ‘het verwachten’. Toch heeft advent een dubbele betekenis. Wij verwachten de komende en ons verlangen daarnaar wordt vervuld, zingend in de stille nacht als wij de geboorte van Jezus vieren. Maar daar is ook het wachten op het grote rijk van vrede, het Messiaanse rijk genoemd, zonne der gerechtigheid, eeuwig Licht van God. Deze spanning tussen het al vervulde en tussen wat toekomst is, kenmerkt de advent. In het verwachten van de terugkeer van de ‘zonne’ ligt ook het verlangen naar het leven waarin menselijkheid zal regeren. En dan wordt het Kerstmis. Het kind dat in doeken wordt gewikkeld zal ons uit de doeken doen hoe het rijk van vrede eruit zal zien.

En ondertussen haal ik in de tijd voor het kerstfeest mijn vertrouwde kerstversiering uit het stof van een jaar vandaan, zoek een mooie boom op, schrijf kerstkaarten en ontvang vele goede wensen, en lees een kookboek. Dit doe ik met veel plezier, want op die manier haal ik Kerstmis te voorschijn en onder het masker van de vanzelfsprekendheid vandaan ligt en kijk ik verder dan naar wat elk jaar als van zelf terugkomt. Kerstmis is het feest waar iedereen, ieder op zijn eigen wijze naar toeleeft. Maria en Jozef deden dat op hun reis naar Bethlehem. Zacharias sprak daarover in profetische woorden. Herders en koningen gingen ook op weg met al hun verwachtingen en hoop. En later kwamen daar zovelen bij; Lucas met zijn kerstverhaal, Johannes met zijn openbaringen, Franciscus van Assisi met zijn stal, Johann Sebastiaan Bach met zijn Weihnachtsoratorium, Maarten Luther King met zijn droom, Moeder Theresa met haar kinderen en wij.

gepubliceerd op 23 december 2005



Alle columns