Stout?
Gisteren liep ik met een vriend door de duinen. Eindelijk weer. We voelden ons een beetje stout, vooral toen we een selfie maakten waarop duidelijk is te zien dat we dichterbij elkaar zijn dan anderhalve meter afstand.
We spraken over leven en dood, God en goden, over intiem verdriet en vreugde, kortom over de wezenlijke zaken van het bestaan. Zeker naderden we elkaar soms te dicht, in de hitte van ons gesprek.
We passeerden een groep jongeren die dollend, rennend en duwend zich door de duinen schreeuwden.
We raakten in gesprek over de verhouding tussen gezondheid en kwaliteit van leven; hoe belangrijk is gezondheid nog als je niet meer met je vrienden mag omgaan zoals je dat wil, of met intieme relaties. Heb je daar dan maling aan en doe je toch wat je wil, zoals die groep jongeren of voel je een soort verantwoordelijkheid om het virus niet te verspreiden?
Het bracht ons op het thema verantwoordelijkheid tegenover vrijheid. Hoe meer vrijheid ik heb, hoe meer verantwoordelijkheid ik draag voor de mensen om mij heen. Ben ik verantwoordelijk voor het geluk van de ander, mijn partner? Nee, maar in die vrijheid draag ik wel verantwoordelijkheid voor mezelf. Hoe ongezond mag ik leven, dat die niet een last legt op anderen. En dan heel specifiek als ik als oudere willens en wetens risico loop, mag ik dan van de gezondheidszorg verwachten dat ze mijn leven gaan redden?
We werden ons bewust van de schijntegenstelling die in ons gesprek geslopen was. Gezond tegenover ziek, jongeren tegenover ouderen, goed tegenover fout, leven tegenover dood. Schijntegenstellingen? Ja, want we zíjn niet alleen maar jong òf oud, gezond òf ziek, goed òf fout. We zullen moeten leven met dit besef, met die tegenstellingen in onszelf. En misschien is dat ook wel de belangrijkste verantwoordelijkheid die we hebben; niet beterweter te zijn, maar te beseffen dat we ook maar wat aanschipperen, aanmodderen, en dan wel in liefde voor elkaar en de wereld.
We kwamen terug bij de auto, gelaafd door de prachtige natuur en de mooie en intieme gesprekken die we hadden; zonder ook maar een ogenblik te aarzelen omarmden we elkaar.
gepubliceerd op 16 mei 2020