Vrijzinnige miniatuur #140

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Herman Vinckers
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Lente

Lente in Twente

’Weet je wat ik zeggen wil? Je weet niet wat je mist als je nooit in Twente bent geweest.’
De mannen van de band ‘Toontje Lager’ die dit lied zongen, weten het mooi te verpakken, in hun ode aan de Twentse lente.
’Als ik weer zo’n Tukker zie, vol met bier en sympathie, gezellig tot en met.’
Vier jaar, van mijn veertiende tot mijn achttiende, heb ik in Twente gewoond, in Enschede.
’De koeien zijn zo fris, de mensen zijn zo tolerant. De bijtjes zoemen om me heen, de eitjes liggen nog bijeen, de lente is nog pril.’

Vier jaar, waarin ik mocht vertoeven in zoiets als het paradijs.
Eh… nee. Mijn Twentse jaren waren niet direct de gelukkigste van mijn leven. Ook niet per se de ongelukkigste trouwens. Maar als niet-Tukker hoorde ik er nooit helemaal bij. ’Kom ie uut Amsterdam? Ie proat zo bekakt’, is me een keer gevraagd. Nee, ik kwam niet uit Amsterdam, ik kwám ook nooit in Amsterdam. Maar wij spraken thuis nu eenmaal ABN. Onthand, zo voelde ik me vooral vaak.

Op mijn achttiende ging ik wél naar Amsterdam, voor mijn studie. Enschede heb ik daarna nog vaak bezocht, omdat mijn ouders er woonden. En ik ben Twente eigenlijk steeds meer gaan waarderen. Vanuit mijn ouderlijk huis maakte ik wandelingen en fietstochten die ik nooit had gemaakt toen ik er nog woonde. De mensen zijn inderdaad vriendelijk en tolerant, ik hou erg van de taal, niet in de laatste plaats dankzij mijn bijna-naamgenoot Herman Finkers en het leven is er over het algemeen veel minder gejaagd dan in de Randstad.

Nu mijn ouders ‘uut de tied’ zijn kom ik er alleen nog op vakantie, met veel plezier. Twente is altijd mooi. Ja, de Twentse lente – of zomer, herfst of winter – ís een feest. Je weet écht niet wat je mist als je nooit in Twente bent geweest!

gepubliceerd op 23 maart 2021



Alle columns