Vrijzinnige miniatuur #42

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door: Japke van Malde
Gelezen door: Gert van Drimmelen

Die zegt god te zijn…

In deze tijd, nu we afstand moeten houden en elkaar niet meer kunnen ontmoeten, we horen dat mensen zich eenzaam voelen, onduidelijkheid over hoe nu verder, schiet mij een lied van Huub Oosterhuis te binnen:

“Die zegt god te zijn, laat hij tevoorschijn komen,
wat hebben wij aan een naam alleen?
Laat hij opstaan, dat wij hem zien, stem uit het vuur, wolk in de verte
zijn niet genoeg voor deze aarde van scherven en rook,
waar ons geen leven gegund wordt.”

Deze woorden sluiten aan bij beelden in de media en verhalen van mensen die het zwaar hebben en verlangen naar wat verloren is gegaan. Is dit het leven dat we willen leiden? Als we zo door moeten gaan gaat alles verloren…

Oosterhuis gaat verder:
“Woorden en wonderen, zijn er genoeg
en goden van goud en beloften
maar niet een god als een hand die bevrijdt,
iemand die doet wat hij zegt.”

In onze worsteling om te gaan met alles wat er gebeurt, met de afstand die we moeten houden, met mensen die de regels aan hun laars lappen, is deze schreeuw meer dan actueel. Hoe kan het ooit goed komen?

In Marcus 10: 38-40 vraagt Jezus aan zijn discipelen: “Kunt gij de beker drinken die ik drink?” Maar in dit lied stelt Huub Oosterhuis de vraag aan God:

“Kan jij de slagen verduren, die mensen verduren,
kan jij de beker drinken die wij moeten drinken?
Ga jij met ons in de dood?”

Soms moet er ruimte zijn om deze vragen uit te schreeuwen, op momenten dat we even niet ervaren dat God erbij is. In de hoop dat hij ons hoort – en we opnieuw mogen ervaren dat hij er wel is, dat hij ons aanraakt, daar gaat ons verlangen naar uit.

gepubliceerd op 3 november 2020



Alle columns