WIT
Als mij gevraagd was op te schrijven wie ik ben, dan zou ik begonnen zijn met het vermelden dat ik een vrouw ben, en dan mijn leeftijd. Dat zegt eigenlijk niets. Dan zou ik opgeschreven hebben wat mijn opleiding is en wat voor werk ik deed, van welke muziek ik houd en wat voor boeken ik lees. Dat zegt ook nog niet zo veel. Als ik mijn vaderland en mijn moedertaal noem weet de lezer nog steeds niet wie ik ben. Daarvoor moet ik persoonlijk worden. Ik zou over mijn geloof moeten schrijven en vertellen wie mijn helden zijn. Dan kan men mij een beetje plaatsen. Over het belangrijkste, over mijn karakter kan ik niet zelf iets op papier te zetten, dat moet je mijn vrienden vragen. Maar ik durf nog wel melden dat ik lesbisch ben.
Nog niet zo lang geleden realiseerde ik me dat het nog nooit in me opgekomen is om ook te vermelden dat ik wit ben. Is dat belangrijk? Eigenlijk niet, toch? Maar als ik luister naar zwarte mensen blijkt voor hen hun huidskleur wel erg belangrijk te zijn. Dan moet dat voor mij toch ook zo zijn. Ik ben wit. Is dat nu iets om trots op te zijn of me voor te schamen? Daar moet ik nog eens goed over na denken.
Kort na de dienst in Vrijburg waarin Mpho Tutu preekte kwam ik ergens deze kaart tegen.
Die kun je flauw vinden, of absurd, of provocerend. Maar ik was nog zo vol van de warme uitstraling van die zwarte vrouw en haar woorden dat ik er superblij van werd! Waarom? Tja…. moeilijk te zeggen. Ik neem de tekst niet letterlijk, toch was het alsof het licht aan ging, een deur geopend werd. Ineens was er een stralend weids uitzicht!
gepubliceerd op 17 september 2020