De sportzomer is weer aangebroken en daar word ik niet echt vrolijk van. Het betekent namlijk dat er niets anders te horen is op radio 1 dan sportverslagen en niets anders te zien is op Nederland 1 dan voetbal en straks de Olympische spelen.En ik ben nu eenmaal geen sportfanaat. Ik wil er zelf nog wel eens wat aan doen, maar er naar kijken vind ik verschrikkelijk saai. Daarom hou ik ook zo van de bijbel: er komt geen sport in voor. Geen verheerlijking van gespierde lichamen, geen schreeuwende reporters bij de finish. Heerlijk rustig. Natuurlijk kun je vermoeden dat achter sommige prestaties van bijbelse figuren een goede training schuilt. Hoe kan David anders die steen precies zo tegen het hoofd van Goliath mikken, dat hij meteen ter aarde stort? En hoe kunnen Petrus en “de andere leerling” anders om het hardst naar het graf rennen als ze horen dat het leeg is (Johannes 20, 4)? Het maakt me niet uit, zolang ik maar niet word lastiggevallen met interviews met hun coach.
Eigenlijk ken ik maar één bijbeltekst waarin naar sportieve prestaties wordt verwezen en die komt van Paulus. Hij staat in de eerste brief aan de Korinthiërs: “Ge weet het: wie in het stadion hardlopen lopen allen hard, maar slechts één behaalt de prijs; loopt dan zo dat ge die haalt! (1 Kor. 9, 23-27). Paulus schrijft deze brief omdat tijdens zijn afwezigheid kritiek op hem is ontstaan in de gemeente. Er zijn andere, inspirerender en charismatischer apostelen langsgekomen. Mannen bij wie Paulus maar bleekjes afsteekt. Bovendien begrijpen de Korinthiërs niet waarom Paulus zich niet wil laten onderhouden door de gemeenschap. Voelt hij zich daar misschien te goed voor? Paulus legt uit dat hij – door in zijn eigen inkomsten te voorzien – vrij blijft. En juist daardoor kan hij dienaar zijn van allen! Want hij heeft maar één doel en dat is zoveel mogelijk mensen voor Christus winnen. En dat doet hij met een niet aflatende discipline en inspanning, net als de atleten in het stadion. En dat zouden de Korinthiërs ook moeten doen.
Ik vind Paulus’ oproep eigenlijk wel een mooi alternatief voor de sportzomer. We zouden er in Vrijburg een “fitness-voorde- geest-zomer” van kunnen maken, met de kerkzaal als oefenruimte. Dan lopen we af en toe een rondje om het woord en stoeien wat met de stiltes en de gebeden. Niet om er een wedstrijdje van te maken, want daar is het Paulus ook niet om te doen. Hij wil vooral dat we niet wegdommelen in een feel-good geloof, maar blijven volharden in de hoop. De hoop op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dat is wat je godsdienstoefening noemt.
gepubliceerd op 30 juni 2016