Blog 40 ‘Liefde in tijden van Coron’- bijdragen van Joep de Valk en Jan Pieter Lanooy

door Joost Röselaers

Een bubble van hoop in een tussentijd (door Joep de Valk)

Klik hier om de opname van Joep de Valk te beluisteren (inclusief orgelspel door Jan Pieter Lanooy): https://soundcloud.com/vrijburg-amsterdam/f-mendelssohn-jan-pieter-lanooy-een-bubble-van-hoop-in-een-tussentijd-joep-de-valk

Regelmatig lees ik artikelen over het leven na het coronatijdperk. Beschouwingen over de inrichting van de samenleving. Over de kansen die ons geboden worden door de nu ervaren eenvoud, creativiteit en solidariteit. Zou het kunnen zijn dat deze crisis de start is van een menselijkere, schonere en vredigere maatschappij? Ik hoop het van harte en ben roerend eens met het positieve mensbeeld uit die artikelen, maar tegelijkertijd bekruipt mij het gevoel dat ik alleen lees wat in mijn straatje past. Een valkuil die informatiebubble heet. Je gaat denken dat iedereen hetzelfde hoopt als jij, maar tot je verrassing ziet de werkelijkheid er heel anders uit.

Kerkelijk gezien leven wij nu in een tussentijd. Op Goede Vrijdag is een harde klap uitgedeeld aan de toekomstverwachtingen van de volgelingen van Jezus. Met Pasen is een glimmer van hoop ontstaan dat het toch niet afgelopen is met de belofte. De bijbelverhalen over de verschijningen van Jezus houden telkens de hoop levend. Maar pas met Pinksteren komen de volgelingen echt uit hun schulp, nemen verantwoordelijkheid en gaan zelf aan de slag.
Mooie visioenen van hoop passen bij deze tussentijd, en het verhaal van deze zondag is dan ook een visioen van de profeet Jesaja. Hij treedt op in Babylon en schildert een God die zich ontfermt over het volk dat in ballingschap zit. Hij beschermt hen en verzamelt hen uit alle windstreken, ook al zijn zij horende doof en ziende blind. Zij worden getuigen dat God hen redt. Zij gaan in deze God geloven.

De wereld leeft ook in een tussentijd. Aan vrijwel alle aspecten van ons functioneren is een harde klap uitgedeeld, sociaal en voor velen ook aan hun middelen van bestaan. We zitten in onze schulp, in isolatie, in ballingschap. En ook nu zijn er de eerdergenoemde toekomstvisioenen van een menselijkere, schonere en vredigere maatschappij. Gaan wij horen waar wij eerst doof waren, of zien waar wij eerst blind waren? Gaan wij, volkeren van allerlei windstreken, ons laten verzamelen tot één solidaire mensheid? Omdat wij allemaal hebben ervaren dat alles en allen onlosmakelijk met elkaar vervlochten is? Zullen wij na deze wereldcrisis in andere dingen geloven dan daarvoor?

Als wij een geloofsbelijdenis van net vóór de crisis zouden schrijven, wat zou daar dan in staan? ‘Zelfontplooiing’ zou een prominente plaats innemen, net als een rotsvast vertrouwen in ‘maakbaarheid’ in combinatie met ‘beheersing’ en ‘controle’. Het idee van de ‘altijddurende vooruitgang’ – technisch, medisch – gooit ook hoge ogen. Maar bovenal is het ons geloof in ‘groei’ dat als geen ander de richting aangeeft van ons denken en doen. Het is vanwege groei dat alles wereldwijd vervlochten is, met voorbijgaan aan lokale gemeenschappen met hun menselijkheid. Het is vanwege groei dat efficiëntie dicteert wie mee mag doen en wie niet meer. Het is vanwege ongelijke groei dat de tegenstellingen in de samenleving groter en groter worden. En het is vanwege onze eigen welvaartsgroei dat het Westen die niet wil delen met vluchtelingen. Zo bezien leefden wij al vóór deze crisis in een soort ballingschap, een weggevoerd zijn van wat werkelijk van waarde is.

U leest of hoort het al, ik leef in een bubble, waarin allen het met elkaar eens zijn. Misschien leest u andere kranten of bezoekt u andere websites, en bent u het met anderen roerend eens over andere waarden dan de mijne. Wat moeten wij geloven en wat kunnen wij zelf doen? Hoe krijgen wij anderen mee op weg naar een betere wereld?

In het visoen van Jesaja is het God die iedereen meekrijgt, iedereen verzamelt uit alle windstreken, ook al zijn zij ziende blind en horende doof. Jesaja weet ook geen andere oplossing dan hardnekking een hoopvol beeld te schetsen van redding uit een benarde situatie. Een beeld van een God die staat voor een egalitaire samenleving waarin schulden vrijgescholden worden, de vreemdeling bestaansrecht krijgt en de zwakken en onbeschermden de kans krijgen om zich in leven te houden. Heel anders dan het heidense Babylon met haar machtstructuren, waarin de ballingen zich moesten voegen. Je zou verwachten dat het voor Jesaja niet zo moeilijk was om zijn volksgenoten te verzamelen om terug te keren naar het Jeruzalem, van waaruit zij een generatie eerder werden weggevoerd. Helaas, dat was niet het geval. Vele Israëlieten waren intussen geassimileerd en verkozen hun ondergeschoven maar bekende positie in een vreemd land boven het onbekende visioen van terugkeer naar de stad van vrede. Wat zou u doen? Staat het niet symbool voor onze eigen aanpassing aan een samenleving waarvan wij weten dat die niet klopt, die de grenzen aan de groei al heeft gepasseerd? Uiteindelijk is maar een kleine groep naar Jeruzalem teruggegaan. Daar aangekomen was hun teleurstelling groot. Teleurstelling over de lokale tegenwerking en de moeite om muren en tempel te herbouwen. Maar zij hebben het gered, en de joodse gemeenschap heeft er weer gebloeid als nooit tevoren.

Zullen wij het redden? Tenminste ….als u ook gelooft in een menselijkere, schonere en vredigere wereld. Zonder het vreselijke leed door oorlogen, onderdrukking en armoede tekort te doen, is de wereld wel steeds een stukje beter geworden. Onbestuurbaar scheert zij telkens langs de rand van de afgrond, maar zij valt er niet in. Zijn het de goede krachten, die net iets sterker zijn dan de kwade? Kunnen we daarop vertrouwen en het als een stimulans zien om zelf ons steentje bij te dragen? Is de vooruitgang van de wereld de grond onder visioenen zoals van Jesaja, waarmee hij volksgenoten mee wilde krijgen naar die stad van vrede?

Wij hebben hoopvolle verhalen nodig om op pad te gaan, om te geloven dat wat wijzelf kunnen doen, niet futiel is. Verhalen waarmee wij onszelf en anderen kunnen inspireren. In mijn en uw bubble zijn ze te vinden! Verhalen van econoom Kate Raworth over een sociale ondergrens die een menswaardig bestaan garandeert. Verhalen van filosoof Henk Oosterling over het belang van ‘interesse’: het draagt een ontsluitende en openende kracht in zich, dat ons ego poreus maakt; het zet aan tot het opnieuw doorvoelen van de plaats die je inneemt in de wereld. Verhalen van journalist Annemiek Leclaire over een evenwicht in de dingen: louter geld maakt niet gelukkig; minstens zo belangrijk zijn de mensen om ons heen en de wijsheid die we gedurende ons leven in onze rugzak hebben gestopt. Verhalen van econoom Richard Layard over de zachte cultuur die de harde moet vervangen: succes, vergelijken en winnen dienen plaats te maken voor compassie, gemeenschapszin en onderling vertrouwen. Verhalen van Babette Porcelijn over eco-positief leven: dat wij met onze eigen levensstijl daadwerkelijk een bijdrage hebben aan de leefbaarheid van moeder aarde. Dáár moeten we in geloven: ons doen en laten heeft zin. Zoals blijkt uit de verhalen van Jesaja. Ook al zijn wij een kleine rest die gehoor geeft aan een visioen, uiteindelijk herbouwen wij een stad van vrede!

gepubliceerd op 26 april 2020



Alle columns