Broodjes

door Greta G.F. Huis

Vrijdagavond. Er wordt gebeld bij het kantoor achter de kerk. Winand, de oudere koster loopt in langzame tred naar de deur. Hij doet open en ziet niemand. Weer zo’n deurtjesbeller, het worden er steeds meer denkt hij. De huismeester van de kerk realiseert zich (nog) niet dat bellers na enkele minuten wachten denken dat er niemand thuis is en weggaan. Winand kijkt om de deur en ziet iemand op het grindpad weglopen die zich bij het horen opengaan van de deur omdraait, naar hem loopt en hem begroet.

“Goedenavond meneer, het spijt me dat ik u stoor en u van uw werk afhoud. Ik hoop dat ik u niet al te interrumpeer in uw belangrijke bezigheden. Maar het zit namelijk zo, van de sociale dienst heb ik geld gekregen voor een identiteitskaart om daarmee een uitkering aan te vragen. Kom ik thuis, huis leeg. Vrouw weg met de inboedel. Wie was er wel even later, de deurwaarder met een zooitje incasso’s daar word je niet goed van. Nu heb ik dus die kaart aangevraagd maar het duurt een week voor ik die krijg en bij de sociale dienst een voorschot kan krijgen. Mijn vrienden hebben me in de steek gelaten. Ja, als je niet met je gouden vinger zwaait zijn ze in geen velden of wegen meer te bekennen. En nu is het zo, ik probeer het weekend door te komen. Maandag ga ik me bij de voedselbank melden. Nou denkt u misschien die is op geld uit. Nee, dat is niet zo. Een paar euro om morgen en zondag een warme kop koffie te kopen zou wel schelen, maar dat hoeft echt niet. Want dan denkt u misschien dat ik er dingen mee ga doen waar u niet achter staat. Een borrel ga kopen. Nou, u mag het weten hoor. Toen de deurwaarder weg was heb ik gehuild. Voor de derde keer van mijn leven, ja over de eerste twee keren zal ik het maar niet hebben. En je denkt dan wel aan een paar stevige borrels. Of een kratje bier. Maar dat lost ook niks op, dat weet ik ook wel. Maar wat ik u wilde vragen. Zou ik wat boterhammen mogen, om het weekend door te komen. Daar zou ik zeer mee geholpen zijn. Als dat zou kunnen heel graag, ik ben u zeer erkentelijk.” Winand reageert: “Hoe heet je?” “Jopie voor vrienden” antwoordt Jopie. “Mijn hemel, eh, ja, Jopie je hebt wat narigheid meegemaakt zeg. Wacht hier maar even in de gang dan maak ik wat sandwiches voor je klaar. Er is nog wel het een en ander over van de bezoekgroep die hier heeft vergaderd en gegeten.”

Jopie reageert opgelucht op de woorden van Winand: “Nou dominee, dat zou geweldig zijn. Een hele troost, heb ik in ieder geval wat te eten om het weekend door te komen.” “Ik ben de dominee niet hoor, de koster” antwoordt Winand.” “Echt waar? Ik zou zweren dat u de dominee was, zo komt u wel over. Net als een broer van mijn moeders’ vader, die was ook dominee. Hoe heette die ook al weer. Allang dood natuurlijk hè. Fijn dat u, de kerk me helpt. Ja, ik wacht hier wel even hoor koster” en Jopie gaat op de stoel in de gang zitten. Winand loopt richting de keuken. Hij had net alles aan kant van de lunch en opent enkele kasten en de koelkast. Dan hoort hij plots een deur openslaan. Wat raar denkt Winand en loopt naar de gang. Hij ziet nog net Jopie met de dvdspeler onder de arm naar buiten rennen. De koster loopt hem achterna, van inhalen is geen sprake. Bij de deur aangekomen roept Winand hem na: “Bedankt hoor, zo komen we makkelijk van die kapotte dvdspeler af! En dat is geen broodje aap!”

gepubliceerd op 30 mei 2013



Alle columns