De natuur in de stad

door Greta G.F. Huis

vos

In het ‘zesendertiggraden-weekend’ van de afgelopen zomer deed ik mijn jogloopje volgens een tropenrooster. Daarom begon ik om zes uur ’s ochtends vanaf de spartelvijver in het Westerpark voor de route Brettenpad (ook een geweldige tocht per fiets en scootmobiel meteen goede accu) tot Volkstuincomplex De Groote Braak even voor Halfweg (prachtige namen trouwens), en via het fietspad langs de bedrijven terug naar de startplaats. De eerste meters in het park spotte ik tientallen konijnen; kaneelbruine, zwarte en grijze. Ik moest denken aan een recente reactie van stadsecoloog Martin Melchers op een opmerking van een At5-journalistdat er tal van konijnenplagen in diverse parken zijn. Melchers antwoordde: “dat is de natuur van de stad” daarbij ook verwijzend naar de halsbandparkieten, de onlangs dood aangetroffen steenmarter en de tamme zwanen in de binnenstad. In de vijver achter het pierebadje stonden zeker twintig reigers en midden op het grote grasveld kon ik minstens drie openluchtkampeerders ontwarren. Ik vervolgde mijn weg en zag in de verte een fiets midden op het fietspad staan. Dichterbij gekomen zag ik dat er een man naast lag en rook een alcohollucht. De man bleek te slapen en bij kennis toen ik hem wakker maakte. Een goed gesprek zat er niet in maar wel een groet. Voorbij station Sloterdijk zag ik een vos! Het prachtige dier stond stil, dwars over het fietspad waardoor de contouren ervan goed zichtbaar waren in de verte. Vervolgens keek hij om zag me en rende verder, stond weer stil, keerde zich om en dat zo drie, vier keer tot hij de bosjes in dook. Ik denk dat ik nog nooit een vos in het wild heb gezien, wat een cadeautje! Of ik in gedachten of zonder gedachten was op het Brettenpad, ik weet het niet. In ieder geval schrok ik enorm op een gegeven moment, van een fietsbel nota bene. De wielrenner schrok op zijn beurt weer van mijn gegil. Op de terugweg ging de zonnebril op vanwege de prachtige opkomende zon. De vrouw met hond groette me net als vorige week. En ik zag al een herfstteken, paddenstoelen met een transparant dakje. Na station Sloterdijk hoorde ik een gesnurk. Dit kwam uit een vrachtwagen met het opschrift ‘Gar & Cia’, de chauffeur sliep met de ramen open. Vier jongeren in een autootje op de parkeerplaats verderop deden dit ook. De openluchtkampeerders waren nog steeds in een diepe slaap, de reigers en konijnen waren verdwenen. Bij het eindpunt aangekomen bleek dat voor sommige mensen de nacht nog niet was afgelopen en voor anderen een nieuwe werkdag al weer was begonnen. Een man en twee vrouwen hadden samen veel plezier op een van de picknicktafels en even verderop waren gemeentewerkers de spartelvijver aan het schoonmaken. Die vroege zaterdagochtend zag ik de natuur van de stad.

gepubliceerd op 29 november 2012



Alle columns