De profundis – #233

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Matthijs de Jongh
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Titel: De profundis

Het Bijbelboek psalmen bevat een prachtige verzameling gebeden en gedichten. Dankbaarheid, angst, vreugde, verdriet – elementaire emoties die hun plaats krijgen in de psalmen. Denk bijvoorbeeld aan het gevoel van nietigheid onder de sterren dat zo prachtig wordt bezongen in psalm 8:

Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,
De maan en de sterren door u daar bevestigd,
Wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt,
Het mensenkind dat u naar hem omziet?

Ook wie niet kan of wil geloven, zal momenten van ontzag herinneren, liggend onder de sterrenhemel. De mens, een levend wezen in een eindeloos heelal. De psalmdichter gaf een religieuze connotatie aan dat gevoel. Velen vandaag kunnen dat niet meer of hebben geen behoefte aan een religieuze bijwagen. Maar het existentiële besef onder de sterren herkennen we allemaal, ook 2500 jaar later, gelovig of niet.

Of denk aan psalm 139 waarin een bijna even universele behoefte aan geborgenheid op de Eeuwige wordt geprojecteerd:

U kent mij. U doorgrondt mij.
(…) U doorziet van verre mijn gedachten.
(…) Al mijn wegen zijn u vertrouwd.
(…) Wonderlijk zoals U mij kent:
het gaat mijn begrip te boven.

De angst om verlaten te zijn, om niet te worden gezien vertaalt zich hier in het vertrouwen dat er één is die er overal en altijd zal zijn: Úw hand zal mij geleiden, al ging ik wonen voorbij de verste zee.

Uw hand zal mij geleiden, een mantra voor gebed. En ook nu nog vinden we die gedachte overal terug, tot op de zijkant van de twee euromunt: God zij met ons. Zo zijn veel van de psalmteksten vandaag nog herkenbaar, juist door hun intieme en persoonlijke karakter.

En toch. Ook bij de mooiste gedichten en gebeden is er nog een andere kant, een donkere: er is bijna geen psalm zonder vijanden, zonder geweld. Zo vaak begint het prachtig, om vervolgens om te slaan in haat. Diezelfde psalm 139 vervolgt bijvoorbeeld:

Ik haat hen, mijn haat is volstrekt:
Tussen ons moet het vijandschap zijn.

Er wordt heel wat bloed vergoten in de psalmen, overal loert geweld. Voor mij doet dat afbreuk aan veel prachtige teksten. Dat zal waarschijnlijk ook Lloyd Haft gedacht hebben, een Nederlandse dichter van Amerikaanse origine, die de psalmen heeft bewerkt in eigen woorden. En in die mooie hertaling van de psalmen is alle haatzucht, al het bloedvergieten vakkundig weggefilterd. Sommige van zijn gedichten spreken daarom vandaag de dag meer aan dan de originele gedichten die voor ons soms ver weg zijn.

De oorlog in Oekraïne deed mij beseffen dat mijn afkeer van de schaduwzijde van de psalmen veel zegt over de tijd waarin wij zijn opgegroeid. Een tijd die mogelijk nu achter ons ligt. Dankzij de bijna tachtigjarige vrede begrijp ik – gelukkig! – niet meer wat oorlog is. Het vreselijke geweld en de emoties die een oorlog oproept, staan zo ver van ons af, dat we ons vaak niet meer kunnen voorstellen wat mensen in zo’n situatie overkomt. Bij mij viel dat kwartje toen ik een filmpje op youtube zag. Vlak voordat de ellende begon, had een rabbi in Oekraïne een oproep gedaan aan Joden en Christenen om gezamenlijk psalm 31 te bidden. Een tekst geschreven vanuit de bodem van de ziel, juist voor hen die alles verloren hebben:

Bij u, o Heer, zoek ik toevlucht,
Laat mij niet voor immer vernederd,
Geef mij door uw gerechtigheid uitkomst,
Hoor mij, kom mij ijlings te hulp.

In het filmpje reciteren Oekraïners telkens een paar strofes uit deze psalm. Velen van hen lezen letterlijk de profundis, vanuit de donkerste diepten: in de spelonken van de schuilkelders en metrostations waar zij beschutting zochten tegen de bommen die hun mensen doodden, hun huizen, hun stad vernielden. Een eeuwenoud gebed dat werd voorgedragen door jong en oud, arm en rijk, als geestelijke beschutting in barre tijden. Het geweld werd er niet door tegengehouden, maar verbroedering over de grenzen van religie wel gevonden.

Ik besefte plotseling hoe mijn afkeer van de schaduwkant van de psalmen juist een teken van zegen was geweest: onbekend met het kwaad dat zo velen op aarde in alle tijden heeft getroffen. Nu vraag ik mezelf: wie ben ik om daarover de psalmdichter te oordelen?

gepubliceerd op 4 mei 2022



Alle columns