Fröschebron- #237

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Dik Mook
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema : Fröschebron

‘Tot in de 60er jaren werd er in de Fröschebron drinkwater getapt, wat niet eenvoudig was want de vrouwen moesten langs een glibberig pad naar beneden om de bron te bereiken. En weer naar boven met water in emmers.’
Ik lees dit verhaal op een bordje aan het begin van het prachtige pad dat langs de beek Fröschebron loopt in Zuid-Limburg. En ik stel me dat zo voor; elke morgen komen de vrouwen uit het dorpje Diependal hier bij elkaar en tappen water voor die dag. Scheldend op de modder en op hun mannen die nooit eens komen helpen. Maar ik zie ook de hulp die ze elkaar bieden en het sociale contact dat ze hebben met elkaar. Zonder die solidariteit krijgt niemand het voor elkaar om het water omhoog te krijgen, is er geen leven in Diependal.
En dan stel ik mij voor dat er op eens wel een man langs komt lopen. Alle vrouwen kijken hem vol verwachting aan. En dan gaat hij op het bankje zitten daar boven aan de bron en tot de stomme verbazing van de vrouwen zegt hij tegen de eerste de beste: ‘Geef mij wat te drinken’. Er moet een diepe stilte vallen want dit gaat toch wel heel ver. Al zal het hen niet al te vreemd voorkomen; ze leven in een andere tijd dan wij anno 2022. Maar toch, het is bot, zonder ook maar iets van een tegenprestatie aan te bieden, te eisen dat hij wat te drinken krijgt. Tè stom verbaasd over het dwingende verzoek van deze man gaat ze geïrriteerd naast hem zitten en raken ze toch in gesprek over de kunst van het water halen op modderige hellingen, over wat water betekent in hun levens. Ik stel me voor dat deze man een filosofieleraar is en begint over levend water. Het duurt even voor ze begrijpt wat hij bedoelt. De andere vrouwen komen erbij en ze hangen aan zijn lippen, discussiëren mee over wat ze nodig hebben, behalve water en graan. Water als metafoor voor het leven. Dat wil zeggen: andere mensen helpen, geholpen worden, eerlijk leven, in vrede leven door vriendelijkheid te verspreiden. Ze werden er zo blij van; eindelijk eens wat anders dan elke dag maar weer water halen op gevaar van uitglijden. Ze haalden hun vriendinnen en mannen en het werd een feestje daar bij de bron; mannen hielpen zelfs met water halen, iemand haalde zijn barbecue van thuis en de gesprekken hielden niet meer op.
Wanneer speelde zo’n tafereel? 2000 jaar geleden, 1000 jaar, 100 jaar geleden… nu nog?
Dromerig loop ik van de bron terug naar het dorpje Diependal, mijmerend over de tijd die veranderd is.

Een week later op Koningsdag loop ik door het Vondelpark en stop bij kinderen die wat spelen op hun instrument, wat moois maken of wat lekkers aanbieden. Tot ik van twee 8 jarigen een appeltasje krijg aangeboden. Leuk. Ik pak m’n portemonnee alvast maar de kinderen zeggen uitdrukkelijk dat het gratis is. Leuk! Ik pak een euro uit mijn zak. Maar de kinderen zeggen nogmaals en uitdrukkelijk dat het echt gratis is. Ik ben in de war, raak aan de praat met anderen over wat we in het leven nodig hebben, vrede, eerlijkheid, vriendelijkheid. Deze kinderen als metafoor voor het leven in vrede. Ontroerd loop ik verder.

Tot op de dag van vandaag zijn er mensen die tegen alle geweld van geld en macht ingaan om levend water te zoeken; wat niet eenvoudig is, langs het glibberige pad van banken, overheden en gewelddadige regimes. Laten we er over blijven praten… en blij worden.

gepubliceerd op 31 mei 2022



Alle columns