Geschreven door Christian Modehn
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Midden in Berlijn is onlangs op plechtige wijze weer een paleis geopend. Het staat tegenover de protestantse Berliner Dom. Godzijdank wonen er in dit nieuwe paleis geen Hohenzollern. Het gebouw heet ‘Humboldt-Forum’, ter ere van de beroemde geleerde Alexander von Humboldt. Dit ‘Forum’ heeft ook alleen maar de gevel van het oude keizerlijke paleis, binnenin zijn er veel grote tentoonstellingsruimtes over volkenkunde en de culturen van Afrika. Ik ben zelden zo geraakt door een gebouw als door dit nieuwe culturele centrum. Want ineens vinden er nu uitgebreide discussies plaats over de koloniale geschiedenis van Duitsland. Ik had, zoals zoveel mensen, dit onderwerp tot nu toe meestal verdrongen. Koloniën, slavenhandel, uitbuiting: dat was altijd alleen maar iets wat bij de andere Europese landen hoorde. Maar bij ons, Duitsers? Dat Duitsland vanaf het eind van de negentiende eeuw Afrikaanse koloniën bezat, beschouwde ik net als veel anderen als iets van geringe betekenis. Maar nu, in 2021, begint het grote ontwaken, de geestelijke, diepgevoelde geschoktheid: ik behoor dus niet alleen tot een volk dat verantwoordelijk is voor de moord op zes miljoen Joden, ik behoor ook tot een volk dat bijvoorbeeld in Zuidwest-Afrika (Namibië) en in Oost-Afrika vele duizenden mensen heeft gemarteld en vermoord. Daar bestonden al vernietigingskampen… Het onderzoeken van de koloniale geschiedenis wordt een uiterst belangrijk onderwerp!
En wat mij als theoloog nog meer schokt: wederom wordt duidelijk dat de (Duitse) koloniale heersers met de christelijke zendelingen en missionarissen samenwerkten. De kerstening van de zogenaamde heidenen in Afrika, Azië en Amerika was altijd nauw verbonden met politieke en economische overheersing. Vele honderdduizenden ‘heidenen’ zijn bij deze symbiose van koloniaal geweld en het verspreiden van het christendom om het leven gekomen. Daar bestaat geen twijfel over: er zijn maar weinig christenen geweest die radicaal opkwamen voor de mensenrechten van de heidenen, zoals bijvoorbeeld de indiaanse volken. De bekendste is de dominicaanse pater Bartolomé de las Casas (1484-1566), die ook bisschop in Mexico was. Daaraan voorafgaand was hij getuige van de volledige uitroeiing van de indiaanse volken op het eiland Hispaniola (tegenwoordig de Dominicaanse Republiek en Haïti).
Het onderwerp ‘missie’ raakt me steeds meer: ook landen hebben altijd een politieke missie gehad. Europa wil aan landen zonder democratie de westerse democratie opleggen, soms met geweld en oorlog. In Afghanistan is deze politieke missie van het Westen mislukt, om vele redenen. Al is één daarvan wel duidelijk: de Westerse aanwezigheid in Afghanistan is te vroeg geëindigd. Maar moeten we nu dan ophouden overal ter wereld op te komen voor democratie en mensenrechten? Moeten we ons beperken tot de mensenrechten in Europa? Daar is immers ook veel te doen. Denk alleen maar aan de strijd voor een menswaardig bestaan van de armen alhier, aan de integratie van vluchtelingen, aan de strijd tegen corruptie in onze eigen regeringen en democratische partijen, enzovoorts.
Maar één ding staat vast: de universeel geldende mensenrechten zijn de maatstaf, ook in het internationale, mondiale samenleven van verschillende mensen zijn zij de norm. Welke universeel geldende norm hebben we anders? In een wereld met een grote verscheidenheid aan godsdiensten kan nooit één bepaalde religieuze leer de universele maatstaf voor iedereen zijn.
Ik ben dus naar aanleiding van de nieuwbouw van het ‘paleis’ in Berlijn opnieuw een verdediger van de universele rechten van de mens geworden. We weten allemaal dat Europese politici en economen het woord ‘mensenrechten’ vaak zomaar gebruiken, zonder er praktische consequenties aan te verbinden. Maar is het veelvuldige misbruik van het woord ‘mensenrechten’ een reden om dan maar áf te zien van de mensenrechten? We hebben toch de oeroude ‘Gulden regel’: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’?
En de kerken vandaag de dag? Die zouden een radicaal nieuwe invulling moeten geven aan het begrip ‘missie’ en alleen de internationale dialoog met alle culturen als hun missie moeten zien. Missie betekent dialoog, het gaat niet om de bekering van andere mensen. Natuurlijk kan deze dialoog inhoudelijk ook religieuze onderwerpen hebben, om van elkaar te leren…
Ik ben ervan overtuigd: de paar vrijzinnige kerken die er zijn, ook de remonstranten, kunnen en moeten bij deze nieuwe invulling van het begrip ‘missie’ de voorhoede vormen. Remonstranten kunnen openlijk verklaren: ‘De mensenrechten horen bij onze zoektocht en maken absoluut deel uit van ons vrijzinnig geloof.’
gepubliceerd op 7 december 2021