Ik laat je niet alleen – #223

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Christian Modehn
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Titel :‘Ik laat je niet alleen’

Het motto van de ‘Vrijzinnige miniaturen’ vind ik heel belangrijk, ook in deze coronatijden. Het is een uitnodiging om iets over het (eigen) leven te vertellen en vooral: om pas op de plaats te maken voor een persoonlijke ‘filosofische meditatie’.

Tijdens de coronapandemie waren (en zijn) veel mensen alleen, ernstig zieken overleden zonder afscheid te nemen van hun geliefden. Alleen zijn en geïsoleerd zijn werden identiek.

Aan de andere kant: veel mensen zijn vrijwillig en ook graag alleen. In Berlijn bestaat 52% van de huishoudens uit één persoon. Maar zijn deze alleenstaanden ook eenzaam, geïsoleerd? Vast niet. Maar hoe ziet het leven van oudere alleenstaanden eruit? In de ‘tehuizen voor oude mensen’ betalen ze veel geld, ze zitten daar dan vaak alleen en velen hebben het gevoel ‘waardeloos te zijn’.

‘Ik laat je niet alleen’. Dit motto houdt een grote belofte in, een ongelooflijke keuze vóór het leven: ‘Ik zie jou wanneer je geïsoleerd en hulpeloos bent en niemand hebt. Ik wil je nabij zijn, je kunt mij vertrouwen.’ Grote woorden. Té grote woorden?

Want ben ik überhaupt wel in staat om jou in je alleen-zijn te helpen? Is ‘helpen’ wel het juiste woord? Of komt het aan op nabij zijn, mét iemand zijn? En vooral: is het niet zinvoller om samen met ánderen, in kleine groepen, ook groepen van de kerk, alleen, geïsoleerd levende mensen nabij te zijn? Maar wil ik ook vluchtelingen en daklozen nabij zijn?

Ik vind het belangrijk om me te realiseren dat ikzelf beslist ook vaak alleen ben. Belangrijke besluiten kan ik alleen in mijn eentje nemen. En bij de dood, mijn eigen dood, ben ik uiteindelijk alleen. Slechts wanneer ik me bewust ben van mijn eigen alleen-zijn kan ik jou nabij zijn in jouw alleen-zijn. En dan ontstaat er een geheel nieuwe gemeenschap: de gemeenschap van mensen die met elkaar hun alleen-zijn bespreken en misschien overwinnen. Paradoxaal geformuleerd: de gezamenlijk alleen levenden vinden uitwegen naar een dieper, een communicatief leven.

Hiermee kom ik bij het volgende, voor mij zo belangrijke inzicht: er is een verschil tussen alleen zijn en eenzaam zijn. In het dagelijks taalgebruik zijn deze twee begrippen helaas inwisselbaar. Maar een mens kan alleen zijn, dus niemand in zijn nabijheid hebben, en zich toch níét eenzaam voelen. Dat wil zeggen: wie zichzelf, zelfs wanneer hij alleen is, als eenzaam ervaart, heeft zichzelf gevonden, heeft zijn innerlijke kracht ontdekt, om zélf te leven en niet beheerst te worden door wat bevreemdend werkt – hij heeft de ‘vervreemding’ overwonnen. Wie eenzaam is, is dus mentaal én spiritueel geworteld. Verstrooid zijn, afgeleid zijn, psychische verscheurdheid kan in de eenzaamheid genezing vinden. De filosoof Blaise Pascal roemt de eenzaamheid, wanneer hij in zijn Pensées zegt: ‘Al het ongeluk van de mensen vindt zijn oorsprong in het gegeven dat ze niet in staat zijn om rustig in een kamer te zitten.’ De filosoof Jean-Jacques Rousseau zocht de eenzaamheid op om zinvol te leven. Hij verbleef twee maanden op het eiland Sankt Peter in Zwitserland, omringd door enkele mensen, dus hij was niet alleen. Toch wilde hij eenzaam zijn. In de Overpeinzingen van een eenzame wandelaar uit 1776 schrijft hij: ‘Terwijl de rest nog aan tafel zat, sloop ik weg, sprong in een bootje en roeide naar het midden van het meer. Daar ging ik languit in het bootje liggen, met mijn ogen naar de hemel gericht, en bleef soms urenlang in het water ronddobberen, verzonken in duizend warrige, maar heerlijke overpeinzingen, die me honderd keer meer vreugde schonken dan alle genegenheid die ik in mijn leven van mijn zogenaamde vrienden had ontvangen.’

Alleen zijn heeft een politieke betekenis, ook dat vind ik van belang. Hoeveel arme mensen, bijvoorbeeld in Afrika, laten wij niet alleen, afgescheiden van menselijke nabijheid? En dan gaat het niet om onze giften. Het gaat om de aandacht die ‘wij’ hun in de media geven. We vinden onze mediapersoonlijkheden en ‘sterren’ belangrijker dan medemensen in Afrika die hongerlijden. Hulporganisatie Care heeft dit nu ook aangetoond: over de twee miljoen mensen met honger in Zambia werd in 2021 in de 1,8 miljoen onderzochte persuitingen slechts 512 keer iets gemeld. Over een interview met de Britse prins Harry 362.522 keer! Dit is maar één voorbeeld van ‘hoe wij de armen alleen laten, ook in onze media’. (Bron: https://www.care.de/schwerpunkte/nothilfe/vergessene-krisen/)

Vertaald uit het Duits door Herman Vinckers

gepubliceerd op 22 februari 2022



Alle columns