Moedig tegen de klippen op, #270

door Vrijzinnige Miniaturen

5-delige serie met als thema: Tegen De Klippen Op
dit is deel 3.
Geschreven door Dik Mook
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Titel: Moedig tegen de klippen op

 

In de jaren 90 reisden we, jongeren van Vrijburg regelmatig met groepen naar het terroristen-nest Belfast. Nergens (tot 9/11) werden zo veel aanslagen gepleegd als daar, toen. De soldaten liepen er met getrokken automatische geweren rond en de politie reed er in gepantserde wagens. Natuurlijk was het er gevaarlijk, maar nergens hebben we zo veel geleerd dan daar. We leerden op onze hoede zijn en moedig zijn zonder overmoedig te worden. We leerden nieuwsgierig te zijn zonder brutaal te worden en vriendelijk te zijn zonder onderdanig te worden. We leerden niets weg te redeneren en zeker angst niet, in tegendeel we leerden er over te praten. En we leerden dat de overgrote meerderheid van de mensen daar enorm gastvrij en vriendelijk is en genoten ervan.

Als basisschoolkind liep ik elke dag van huis op de Brouwersgracht naar school op de Keizersgracht. Als ik deze route nu bekijk, vind ik dat best een gevaarlijke route; kleine stoepen, veel verkeer, zijstraten en heel veel afleiding in de vorm van winkels, trappetjes naar souterrains en sjieke portieken. Ik weet nog dat ik voor het eerst alleen durfde, alleen naar school lopen. Het was haast jammer dat ik op de eerste de beste hoek een klasgenoot tegenkwam die ook alleen naar school ging. Het werd een uitdaging om te zorgen dat ik de hele weg alleen liep; ik vond dat heel stoer, dat ik dat durfde. Er waren klasgenoten die veel meer durfden dan ik. Die gingen al veel eerder dan ik alleen naar school en hadden ‘bommetjes’ bij zich. Dat was een soort klein vuurwerk dat heel hard knalde. Zij verstopten zich achter een trappetje en als er dan iemand aankwam dan staken zij de knal af. Het resultaat was meestal hevig; vrouwen gilden, mannen renden achter ze aan en ik durfde niet meer in de buurt te komen van deze ‘kwajongens’ waar ik stiekem heel veel respect voor had. Dat je zo iets durfde! Andere klasgenoten durfden met gym helemaal tot boven in de touwen te klimmen, of in de winter als eerste op het ijs te gaan. Ik bleef een bescheiden durfal en stak fikkie bij de boom, om de hoek in de Willemsstraat. Ook ging ik op zaterdagmiddag met vriendjes lopen, op ontdekkingstocht, en weet nog dat we bij de Schellingwouderbrug verdwaalden, of bij Diemen. Dat durfde ik toch maar mooi. Ik had dan ook geen moment het gevoel bang te zijn. Wel voelde ik me stoer als volwassenen met respect en vol waardering over onze moedige tochten hoorden.
Voor veel dingen die je niet durft, kan je achteraf denken, dat die angst helemaal niet nodig was en voor andere dingen die je gewoon maar deed, kan je later met terugwerkende kracht bang worden.

Durven, moed is risico nemen, moed is net iets meer doen dan je vanzelf, automatisch zou doen. Dat maakt ook dat als je bewust iets hebt gedurfd je dat een goed gevoel geeft, voldoening. Je bent boven jezelf uitgestegen.
En dat gevoel, die moed kan je organiseren. Spring bijvoorbeeld eens in de bres voor iemand die niet voor zichzelf kan opkomen in het agressieve verkeer of bij de bakker. Sta eens pal voor een gediscrimineerde Turk of als in een discussie weer eens Moslims ten onrechte in de hoek van de terroristen gezet worden. En dat soort moed kan je oefenen. Door met elkaar er over praten natuurlijk maar ook door geweldloos verzet; in Vrijburg oefenden we dat eens in een groep ‘geweldloze weerbaarheid’, zodat we in bepaalde situaties sneller en beter konden reageren op geweld.
Ik zou wel weer eens zo’n groep willen; geweldloos verzet is weer nodig denk ik steeds vaker…

gepubliceerd op 13 juni 2023



Alle columns