Reis door de tijd

door Johan Blaauw

Tijd is een wonderlijk begrip. We hebben er allemaal mee te maken. Zonder tijd bestaat niets. Een pen kun je vasthouden. De tijd niet. Al zouden we het soms graag willen. Een klok kun je ergens neerzetten. De tijd niet. Zelfs als een klok stilstaat gaat de tijd verder. Wijzelf en de dingen om ons heen hebben tijd. Ze hebben duur zouden we ook kunnen zeggen.

Over onze werkelijkheid spreken we vaak als een driedimensionale werkelijkheid. Driedimensionaal duidt dan aan dat iets drie (meetkundige) dimensies heeft: lengte, breedte en hoogte. Een boek bijvoorbeeld of een trommel. Tegelijkertijd heeft zo’n boek of trommel duur. Anders zouden ze niet kunnen bestaan. De tijd voegt als het ware een dimensie toe aan onze werkelijkheid. En maakt onze werkelijkheid van driedimensionaal vierdimensionaal. Tijd is een wonderlijk begrip.

Wat is tijd nu precies? Kun je tijd ook definiëren? Lastige vragen. Je zou kunnen zeggen: tijd is de duur van iets. Of: de duur van iemand. Ook mensen hebben tijd, hebben duur. Iemands leven duurde 80 jaar zeggen we soms. We bedoelen ermee: haar of zijn tijd van geboorte tot dood duurde 80 jaar. Zonder duur of tijd dus geen leven.

Voorpag_jan2008Soms ontglipt de tijd ons. Soms duren minuten uren. Soms vergeet je de tijd. Soms kan de tijd zelfs vliegen. In al deze gevallen tikte de tijd overigens wel in hetzelfde tempo door. Tijd is een wonderlijk begrip. Altijd aanwezig. Desondanks ongrijpbaar.

Ons leven zou je kunnen omschrijven als een reis door de tijd. Onderweg zijn. Onderweg door de tijd. Van geboorte naar dood. Het doel van die reis is echter niet de dood, al eindigt onze reis door de tijd daar wel. Heeft onze reis door de tijd wel een doel?

Om die vraag te beantwoorden zouden we eens kunnen kijken naar mensen die ons in de tijd zijn voorgegaan. Misschien kunnen zij ons op weg helpen. Een van hen is Jezus van Nazareth. In zijn reis door de tijd trok hij van Nazareth in Galilea naar Jeruzalem. Mensen ontmoetend. Mensen bemoedigend. Aan zijn reis door de tijd valt op dat hij geloofde in de kracht van mensen. Al humanist toen dat woord nog moest worden uitgevonden. Hij gaf mensen nieuwe hoop. Stimuleerde mensen. Sprak hen aan op hun mogelijkheden. Niet op hun falen. Liet zich door tegenstanders niet provoceren. Sprong in dat soort situaties als het ware over zijn eigen schaduw heen, ging naast hen staan en hield een spiegel omhoog. Een spiegel waarin ze zichzelf konden herkennen en waardoor ze hun reis door de tijd konden vervolgen. Wijzer. Menselijker. Gesterkt door een nieuw geloof in de mogelijkheden maar ook in de noodzaak van menselijkheid.

De dichter en classicus Ilja Leonard Pfeijffer noemde poëzie eens (*) ‘een vorm van vermoeden’. Zo zou je ook geloven kunnen omschrijven: een vorm van vermoeden. Zoals Pfeijffer in zijn poëzie ‘de inelkaargewikkeldheid van alle dingen’ wil vangen in taal zo zou je over de man van Nazareth kunnen zeggen dat hij in zijn manier van geloven de inelkaargewikkeldheid van het leven wil vangen in menselijkheid. Geloven als een vorm van vermoeden dat in menselijkheid de kern en het doel van onze reis door de tijd ligt.

Noot
(*) Ilja Leonard Pfeijffer, Het assembleerhoofd en het hoofd van demontage, opgenomen in de bundel: Eerst de waarheid, dan de schoonheid. Beschouwingen over wetenschap en kunst, onder redactie van André Klukhuhn en Toef Jager, Amsterdam 2004

Meer meditaties van Johan Blaauw vindt u hier.

gepubliceerd op 23 januari 2008



Alle columns