Tussen Pasen en Pinksteren

door Johan Blaauw

Mensen kunnen elkaar de vreselijkste dingen aandoen. Een reactie daarop kan zijn: je uit angst terugtrekken in een poging de boze wereld buiten te sluiten. De deur achter je dicht trekken. De luiken op slot.

Zoiets moet de reactie van de volgelingen van Jezus zijn geweest na zijn dood. Toen ze een paar dagen later weer samenkwamen hadden ze uit angst ‘de deuren afgesloten’ vermeldt Johannes 20 (vers 19).
Nu is angst een belangrijke raadgever. Soms ten goede, meestal ten kwade. Wanneer ik bij het oversteken van de straat goed uitkijk uit angst anders misschien door een auto overreden te worden lijkt me met angst niets mis. Maar angst kan ons leven ook vergallen, bijvoorbeeld wanneer ik de trein niet meer in durf uit angst voor aanslagen. Isolement zal mijn angst niet opheffen. Hoe begrijpelijk zo’n reactie op agressie in eerste instantie ook is.

Het aardige van de passage uit het Johannesevangelie is dat angst en agressie er naar een hoger plan getild worden. Plotseling is Jezus er toch en zegt: ‘Ik wens jullie vrede!’ Zo zien Jezus’ leerlingen, ondanks de gesloten deuren, hem daar opeens staan, terwijl hij het heeft over vrede. Op deze manier worden zijn vrienden er als het ware aan herinnerd om, na alle vreselijke ervaringen, het leven toch maar weer op te pakken en dat waar het werkelijk op aankomt niet te verloochenen of af te laten nemen.

ovpassie_000

Ken Umbach, Head of Christ, Acryl

Wij en zij

Vervolgens staat er in die passage in Johannes 20: ‘Na deze woorden blies Jezus over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest”. Alsof Johannes Jezus wil laten zeggen: ook al ben ik er niet meer, de heilige geest – dat vermogen onderscheid te maken tussen goed en kwaad, tussen waar het wel en niet om gaat in het leven – die blijft. Daar zullen jullie het van moeten hebben en mee moeten doen.

Ik vind dit wel herkenbaar. Wat ons ook aan narigheid en ellende overkomt, steeds weer stelt het leven ons voor de lastige keus: hoe verder. Trekken we de luiken dicht of zoeken we – met vallen en opstaan – nieuwe wegen in een onbekend land?

Niet alleen persoonlijk ervaar ik dat zo, ook maatschappelijk. Laten we ons door angst regeren of houden we, ondanks de dreigingen die er zijn, vast aan centrale waarden van onze levensovertuiging en onze cultuur? Want zo gauw, meestal uit angst geboren, zwart-wit schema’s over wij en zij de overhand krijgen ebt de aandacht voor de grijstinten, de broodnodige nuances, weg en heet wat lichtgrijs is opeens wit en wat donkergrijs is zwart. Nog een stap verder en er vallen slachtoffers.

Tussen Pasen en Pinksteren worden de vrienden van Jezus er stukje bij beetje op voorbereid om waar Jezus zich voor zijn dood voor inzette – zijn strijd zonder geweld voor gerechtigheid tussen mensen en tussen groepen mensen – om dat ‘werk’ nu zélf voort te zetten. Anders gezegd: tussen Pasen en Pinksteren worden we, met een gedachte uit de Eerste Petrusbrief (3:15), uitgenodigd ‘rekenschap af te leggen van de hoop die in ons is’.

gepubliceerd op 23 april 2005



Alle columns