Vergeving – #208

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Matthijs de Jongh
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook

In de jaren ’90 bezocht ik aan de Universiteit van Westkaap een zitting van de Waarheids- en verzoeningscommissie. In de aula vertelde een vakbondsleider zijn verhaal. Aan de vooravond van een staking was hij van zijn bed gelicht en door de politie gemarteld, zo vertelde hij ten overstaan van de commissie. Bisschop Tutu huilde met hem mee. Het was een helend ritueel. Een publieke erkenning van het leed dat was aangedaan. Belangrijk onderdeel van het verzoeningsritueel was dat niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders luisterden naar dit verhaal. Juist daarom was bisschop Tutu verheugd toen hij eindelijk een klein groepje witte mensen in de zaal zag zitten. Hij wist niet dat dat groepje studenten niet uit Zuid-Afrika maar uit Nederland kwam…

Ik heb mij later afgevraagd of die vakbondsleider in staat is geweest de politie te vergeven. De commissie droeg onmiskenbaar bij aan maatschappelijke heling en verzoening. Maar aan vergeving?

Vergeving is een belangrijk thema in veel religies. Ook in het christendom. Miljoenen gelovigen bidden dagelijks om vergeving van onze schulden – ‘zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.’ Maar wat dat precies inhoudt, blijft raadselachtig.  Hoe werkt vergeving? Kunnen wij die belofte om onze schuldenaren te vergeven wel gestand doen? Kan iemand aanspraak maken op vergeving? Vragen te over.

Onlangs las ik een boek waarin Hank Heijn – echtgenote van Gerrit Jan Heijn – haar verhaal vertelt. U herinnert zich misschien nog wel hoe Nederland in 1987 in de greep was van de ontvoeringszaak. Na maanden ontvoering deed mevrouw Heijn een dramatische oproep op televisie. In schok vernam Nederland dat de ontvoerder een stukje van de pink van Gerrit Jan Heijn opstuurde. Ferdi E. werd uiteindelijk opgepakt toen hij het losgeld besteedde in de plaatselijke slijterij. Het bleek een eenmansactie. Vrouw en kinderen hadden nooit kunnen bevroeden dat hij de ontvoerder was geweest die Gerrit Jan Heijn al op de eerste dag had vermoord.

Aanleiding om het boek te lezen was niet het gruwelijke verhaal nog eens te lezen. Het ging mij om de periode erna: Hank Heijn was namelijk tot verzoening in staat gebleken. Verzoening met haar lot en verzoening met Ferdi E. Meer dan moedig ze schreef aan de moordenaar van haar man: 

‘Ik hoop dat ook uw heling voorspoedig verloopt en dat u inzicht krijgt in uw proces, zodat u wat meer grip krijgt op het leven en de bedoeling ervan. Dat is natuurlijk niet alleen belangrijk voor uzelf, maar ook voor uw omgeving.’

Hoe is deze vrouw tot deze woorden in staat gebleken? Hoe kon zij zelfs huilen toen Ferdi E. in 2009 bij een verkeersongeluk om het leven kwam? Ook na lezing van het boek blijft dat gissen. Zou het te maken hebben met de mentale weerbaarheid die ze als meisje in het jappenkamp opbouwde? Of door de steun van een hechte en stabiele familie? Werd zij geholpen door de vele steunbetuigingen? Of heeft het te maken met haar vermogen om zich in anderen in te leven? Ik werd in elk geval getroffen door haar vermogen tot empathie. Ook, of juist in tijden waarin haarzelf zo veel onrecht werd aangedaan. Al snel na de arrestatie kon zij medelijden voelen met de familie van de dader. Hun geliefde bleek een gitzwarte kant te hebben waar ze geen weet van hadden. Mevrouw Heijn kon zich inleven in de echtgenote van Ferdi E., die haar schreef ook medelijden te hebben met de dader. De vrouw van Ferdi E. zag haar echtgenoot als een zieke man die hulp nodig had, van wie zij ondanks alles bleef houden. Lag een begin van de verzoening misschien wel in het contact tussen mevrouw Heijn en de vrouw van de moordenaar?, zo vroeg ik me af.

In haar empathie met de naasten van de dader stond mevrouw Heijn in elk geval niet alleen. Ook haar zoon Ronald Jan Heijn was daartoe in staat. Hij bezocht Ferdi E. in de gevangenis. Het relaas van haar zoon zal misschien haar gemoed hebben verzacht.

Maar ook als mevrouw Heijn door haar omgeving werd geholpen, dan nog moest ze die ultieme stap, die laatste grote stap toch echt zelf zetten. En daarvoor had zij tijd nodig. Tijd om te rouwen. Tijd om te vluchten in onrust en verre reizen. Tijd om een jaar lang thuis te huilen. Tijd om de brief van Ferdi E. aan haar een plaats te geven. Twee jaar had ze nodig om de brief van Ferdi E. te beantwoorden, vijftien jaar na de moord.

Wat mij na lezing van het boek wel duidelijk werd, is dat vergeving een proces is. Een proces dat kan uitmonden in wederzijdse bevrijding: bevrijding van de dader en bevrijding van het slachtoffer. Maar velen zullen daartoe niet in staat zijn. Vergeving blijft altijd een individuele worsteling. Het is een proces van geestelijke ontwikkeling die het slachtoffer doormaakt om uiteindelijk de stap van vergeving te zetten. En misschien is vergeving voor sommigen ook wel een stap die je telkens opnieuw moet zetten. Een stap die soms wel lukt, soms niet. 

Ook na lezing van het boek bleef vergeving voor mij iets raadselachtigs houden. Ik besloot een eerdere versie van deze miniatuur te mailen aan Ronald Jan Heijn. Nog dezelfde dag ontving ik een heel mooi antwoord. Ik had het toch niet helemaal goed gezien, legde hij mij vriendelijk uit. De steunbetuigingen waren mooi, maar daar ging het uiteindelijk niet om. Vergeving gaat ook niet om de dader, maar om jezelf.

Vergeving begon voor hem met het wilsbesluit om te gaan vergeven, ook al wist hij op dat moment nog niet hoe. Voor hem was het een proces dat wel degelijk een einde kende. Toen het was voltooid, kon hij op een neutrale manier naar het verleden kijken als iets dat is gebeurd maar dat hem niet meer in de weg zat.

Het vergevingsproces kan volgens hem jaren duren maar ook heel snel gaan. Ronald Jan Heijn omschrijft het als een proces van persoonlijkheid naar ziel. Het is je persoonlijkheid die rouwt, die ontkent, woedend is, die zich onrecht aangedaan voelt, die kan haten. Die persoonlijkheid, dat ego moet je transparant laten worden, laten oplossen. Hoe lichter het ego, des te beter de ziel in staat is om in onthechte staat lief te hebben. Vergeving is een daad van liefde voor jezelf waarvoor je de dader niet nodig hebt. Het gevolg van die daad van liefde voor jezelf is wel dat je de dader als compleet mens kunt zien. Dat je inziet dat de dader meer is dan alleen die ene daad, zo schrijft hij op zijn website. Vergeving is de hoop loslaten op een beter verleden.

Ik kan niet anders dan grote bewondering te hebben voor wie in staat is deze weg te begaan. Ik weet niet of ik die kracht zou hebben. We mogen het streven naar vergeving als opdracht zien, maar wie dat niet kan, valt niets aan te rekenen. 

Ik vraag me zelfs af of het Onze Vader niet wat hoog gegrepen is. Is kunnen vergeven niet ook een geschenk, een vorm van genade? Zouden we daarom niet beter kunnen bidden: ‘Vergeef ons onze schulden / en help ons onze schuldenaren vergeven.’

 

 

gepubliceerd op 9 november 2021



Alle columns