Vogels, #264

door Vrijzinnige Miniaturen

7-delige serie: In je vorm vallen; over rituelen, dit is deel 4.
Tot aan Pinksteren, hebben we als thema voor de wekelijkse vrijzin-nige miniaturen: In je vorm vallen, over rituelen.

Geschreven door Marion Sanders
Voorgelezen door Sanne van Deursen
Geluidsmontage Seth Mook
Titel: Vogels

 

Is ritueel een moeilijk woord, moeilijk om hoe je het moet gebruiken?
Hoort ritueel altijd bij een religie?
Of kan ritueel ook heel eenvoudig zijn?
Gewoon alledaags, omdat je iets elke dag op dezelfde manier doet.
Of bijvoorbeeld eieren ketsen op Paasochtend. Een ritueel dat niets te maken heeft met de opstanding in het Christelijk geloof. Of misschien toch! Uit eieren kan nieuw leven voortkomen.
Een nieuw begin. Een opstanding.

Heb ik een ritueel?
Zoals hierboven uitgelegd, ja dan heb ik ook wel een ritueel.
Een alledaags ritueel. En die vindt plaats in de ochtend. Al mijn hele leven lang. Van kinds af aan.
Een kopje thee met een volkoren biscuitje (van Verkade). Tot in vakanties en logeerpartijen aan toe.

Daar heb ik de laatste jaren een ander ritueel/gewoonte aan toegevoegd.
Het lezen van gedichten. Geen moeilijke, ingewikkelde, hoogstaande gedichten.
Maar ook niet zomaar gedichten. Nee, gedichten voor kinderen van 6 tot 106 jaar.
De bundels gaan over dieren en specifiek over vogels.
De ene bundel heeft als naam “Ik wou dat ik een vogel was” en de ander “De lucht is van de vogels”
En ieder jaar begin ik gewoon weer van voren af aan in de bundel met lezen of zodra de bundel uit is.

Waarom vogels? Waarom boeien de vogels mij zo ineens de laatste jaren?
Ik ben geen kenner van vogels, kan ze niet in hun zang onderscheiden, weet niet hoe elke vogel er in detail uitziet. Wel weet ik het verschil tussen een waterhoentje en een meerkoet, die beide in de Am-sterdamse wateren dobberen. Ik weet dat door een ezelsbruggetje. In het woord meerkoet zit het woord ‘koe’ en die heeft een witte snavel, zoals een koe meestal zwart/wit gevlekt is.
Een waterhoentje heeft een rode snavel. En verder zijn beide helemaal zwart.

Mogelijk boeien de vogels me juist omdat ze voor mij gewoon vogels zijn, want het onderscheid is voor mij te beperkt. Wel kunnen ze allemaal zingen, de een mooier dan de ander, maar dat maakt voor mij geen verschil. Zelf zing ik ook vals, maar met zachte stem zing ik altijd uit volle borst mee in de kerk. En ze kunnen ook nog vliegen.
Hun zang geeft blijdschap en hun vliegen ruimte. Ruimte geeft lucht.
Blijdschap en ruimte kunnen vorm geven aan mijn bestaan.
Kan me door oneffenheden trekken, kan me weer op het goede spoor krijgen.

Toch nog even een gedicht om dit alles te illustreren uit de bundel “Ik wou dat ik een vogel was”.
Op 21 mei staat geschreven:

Een merel

Er is iets in de zang van een merel
het is voorjaar, je wordt wakker

je ligt te denken in de nacht
het raam staat open – er is iets

waarvan die vogel zingt
en je denkt aan wat je moet opgeven

er is iets in je dat leeg is en het stroomt vol
met het zingen van die merel

Rutger Kopland

gepubliceerd op 2 mei 2023



Alle columns