Wandelen, #262

door Vrijzinnige Miniaturen

7-delige serie: In je vorm vallen; over rituelen, dit is deel 2.
Tot aan Pinksteren, hebben we als thema voor de wekelijkse vrijzin-nige miniaturen: In je vorm vallen, over rituelen.

Geschreven en voorgelezen door Rachelle van Andel
Geluidsmontage Seth Mook
Titel: Wandelen

 

Wan -de -len

Wandelde, heeft, is gewandeld

Voor zijn ontspanning, lopen

Hee! Dit is een wandelpad. Op mijn fiets sjees ik door het Beatrixpark. Verbaast kijk ik op naar de man die mij aanspreekt. Een andere vrouw bemoeit zich er ook tegenaan. Maar ik, ik zag het niet…probeer ik. Ik wist het niet. Er zijn toch bordjes? Kijk dan! Word me nageroepen.

Groot onrecht is mij aangedaan. De bordjes had ik helemaal niet gezien. Als ik op de fiets zit verplaats ik me van A naar B, van afspraak naar afspraak.

De roep van deze mensen geeft mij wel te denken.

Alleen als ik wandel dan zie ik deze bordjes. Als ik wandel dan knik ik degene die mij tegemoet komt vriendelijk toe. De wereld ontvouwt zich op een andere manier die niet efficiënt hoeft te zijn. Ik ben aanwezig in mijn lijf en de omgeving waar ik loop. Stap voor stap. Ik ben. Ik loop.

Elke dag probeer ik te wandelen. Ik wandel graag na het eten als ik mezelf toch al heb bewogen van A naar B en ik iets minder moet. Maar de beste wandelingen zijn eigenlijk in de ochtend. Daar is dan wel meer moed voor nodig om mezelf toe staan om dat te kunnen doen. Nog niks gepresteerd, nog niks bereikt, en toch al aan de wandel. Zo, die durft.

Tijdens de coronaperiode ging het eigenlijk vanzelf. Om de dag te beginnen liep ik de deur uit om vervolgens na zo’n 15 minuten weer terug te keren naar huis. Met een andere gesteldheid en een ander gemoed.

In mijn eentje op reis naar Kopenhagen, alweer een aantal jaar geleden wandelde ik – als vanzelf en ook een beetje als doldwaas avontuur- naar het graf van Soren Kierkegaard, ja, de Deense filosoof waar ik op afgestudeerd was.

Hij was ook aan de wandel door zijn stad, zijn Kopenhagen. Hij had het wandelen nodig om te kunnen denken. En misschien ook wel om een beetje meer mens te zijn.

Hij was aardig mensenschuw en diezelfde mensen fascineerde hem. Door te lopen kon hij zijn gedachten ordenen en was hij tegelijkertijd onder de mensen zonder zich daadwerkelijk met hen te hoeven verbinden.

Hij schreef over de kracht van het wandelen naar een van zijn nichtjes in 1887:

‘Vooral, verlies je verlangen om te wandelen niet: elke dag wandel ik mezelf naar een toestand van welzijn en wandel ik weg van elke ziekte. Ik wandel mezelf naar mijn beste ideeën en ken geen gedachte zo drukkend waarvan ik niet kan wegwandelen.’

Zo.
Aan de wandel dus.
Stap voor stap.

gepubliceerd op 18 april 2023



Alle columns