Woorden kiezen

door Greta G.F. Huis

De eerste drie dagen na de vliegramp met de MH17 werd ik geraakt door de gepaste woordkeus van minister-president Mark Rutte voor de slachtoffers. Tijdens zijn dagelijkse persconferentie sprak hij van “mensen”, “slachtoffers” en “lichamen”. Veel journalisten gebruikten daarentegen vanaf de eerste dag andere woorden. Ze schreven in kranten en spraken op radio en tv van “stoffelijke overschotten”, “resten” en “overblijfselen”. Het zijn misschien passende maar vooral ook ongepaste woorden. Jammer genoeg gebruikte Rutte het woord “stoffelijke overschotten” op de vierde dag na de ramp ook. Frequent nog wel. Dit was toen hij de Tweede Kamerleden informeerde.

De woorden doen denken aan het gedrag van de onbekende mensen in het huis van Jaïrus, dat misschien passend maar vooral ook ongepast is. Ze zijn gekomen nadat ze gehoord hebben dat het dochtertje van Jaïrus is overleden. Jaïrus is de overste van de synagoge. Misschien is zijn positie ook wel een motivatie voor hun massale komst. Ze overstemmen de mensen in het huis waar het om te doen moet zijn. Hun geween en geweeklaag is voor Jezus reden om hen hierop aan te spreken en ze weg te sturen. Ze moeten het huis uit.

Jezus blijft achter met de ouders, een aantal leerlingen en het meisje. Hierdoor krijgt een andere taal de ruimte. Daar hoort aanraking bij. Jezus pakt de hand van het meisje vast en noemt haar liefkozend meisje. Voor Jezus is ze niet onrein. Voor Jezus is ze ook niet overleden. Door zijn woorden, zijn aanraking en liefkozing staat het meisje op.

Na afloop van de ceremonie op het vliegveld in Eindhoven, waarbij de rouwkisten met de slachtoffers uit de vliegtuigen werden gedragen, zijn verschillende nabestaanden de vliegtuigen in gegaan. Om te zijn waar de dierbaren waren geweest. Op dat moment was die handeling het dichtst bij een aanraking van hun dierbaren.

De Australische ouders van een 25 jarige dochter, die is omgekomen bij de ramp, vertrokken na het verschrikkelijke nieuws onmiddellijk naar de plek des onheils. Ze droegen ieder een wit t-shirt met daarop een foto van hun dochter. Ze vertelden vanaf die plek dat ze daar moesten zijn. De moeder zei dat ze er de avond van het ongeluk al geweest had moeten zijn. Om er voor haar dochter te kunnen zijn. Vanaf die plek vertellen ze van hun dochter, haar leven, haar dromen en haar persoonlijkheid. Hun woorden stonden in schril contrast met de woorden van de journalisten die dag. Zij brachten ooggetuigenverslagen van de rampplek, die behoorlijk plastisch, concreet en visueel waren.

Waarom voor mensen woorden kiezen als “overblijfselen”, “resten” en “stoffelijke overschotten”? De mensen worden daarmee gestript van hun leven en van hun mens-zijn. Terwijl voor nabestaanden het leven en het mens-zijn van de overledenen essentieel zijn. Dat bleek wel uit de woorden van de Australische ouders. Zij vulden de ruimte van de rampplek even met een andere taal, met andere verhalen. Zij lieten hun dochter op die plek opstaan.

gepubliceerd op 8 augustus 2014



Alle columns