Blog 10 ‘Het verlangen geraakt te worden’- bijdrage van Joan de Roos

door Joost Röselaers

God is vriendelijk

In de liturgie van de Evangelisch Lutherse Kerk in Amsterdam aan het Spui wordt op sommige zondagen een mooi lied gezongen: “Dank de Heer, want hij is vriendelijk, want zijn goedheid duurt in eeuwigheid. Halleluja”. Het wordt gezongen na het avondmaal en vlak voor de zegen. Het staat ook in het Liedboek voor de Kerken, gezang 270h.

Als ik een dienst in de genoemde kerk bezoek mag ik het korte lied graag horen of meezingen. Het is eigenlijk meer een gezongen tekst dan een lied.

Als ik er over na ga denken wordt het een heel andere zaak. Een eerste vraag die dan bij mij opkomt is: is God een Heer, wil Hij dat überhaupt een heer zijn?
Maar de tweede vraag houdt me nog meer bezig: is God vriendelijk?

Zoals ik God heb leren kennen is Hij of Zij helemaal niet erg vriendelijk.
Zij kan zacht gezegd nogal eens bars uit de hoek komen.
De Heer is mijn herder is ook een tekst die vriendelijk klinkt. God als een herderin zou nóg romantischer klinken. Maar een herder is nu niet bepaald vriendelijk. Hij heeft een hond die achter de schapen aan zit. Als je het Oude Testament leest heeft God ook flink achter het volk Israël aangezeten.
Zelfs als ik soms niet geloof en dan wantrouwig over God denk zit God soms ergens toch achter me aan lijkt het wel.
Jezus, die ook wel God wordt genoemd, is nu ook niet bepaald een vriendelijke man, al willen liedjes voor kinderen dat wel graag doen geloven. Als hij alsmaar als vriendelijke man had rondgelopen was hij vast niet gekruisigd.
Toch mag ik graag zingen “Hij is vriendelijk”. Het is samen met de zegen een bemoediging: ga nu met God en Hij zal bij je zijn, met een herdersstaf achter de deur maar ook met de vriendelijkheid waarin ik zingend mag geloven.

Foto: Theoloog/filosoof Gerko Tempelman vraagt zich af ….

gepubliceerd op 11 juni 2020



Alle columns