Blog 15 ‘Liefde in tijden van Corona’- bijdrage van Adrienne Kleywegt

door Joost Röselaers

De gelijkenis van de egeltjes in de vrieskou.
Opnieuw verteld door Adrienne Kleywegt.

Dit verhaal gaat over verlangen naar verbinding en hoe het samenleven tegelijkertijd lastig en weerbarstig kan zijn. Wrang is dat we nu in spannende tijden bij elkaar zouden willen zijn, om die warmte te voelen. Daarom prijs ik heden ten dagen de app, de mail en de telefoon. Bloemen die uitkomen en een roeimachine die ik heb gekocht omdat de sportscholen dicht zijn gaan op de foto, over grote en kleine dilemma’s worden tips uitgewisseld, er worden gratis meditatiesessies online aangeboden. En: iedereen reageert! Want er is tijd en aandacht…

Het was de koudste winter sinds het woud was ontstaan. Zo koud was het, dat veel dieren de vriesdood stierven. Om te voorkomen dat ook zij het leven zouden laten, begonnen de egeltjes van het woud samen in een hol te wonen en te slapen. Samen brachten ze warmte voort die hen beschermde tegen de gure wind en de elementen. Maar die nabijheid had ook nadelen. Zo op elkaar gepakt kon het niet anders dan dat ze door elkaars naalden geprikt werden. Juist de egeltjes die elkaar het meest nabij waren, bleken elkaar pijn te doen en te beschadigen. Hoe fijn en heilzaam de warmte was ook was, bijna net zo pijnlijk waren de wonden die zij aan elkaars naalden opliepen. Een aantal van de egeltjes besloot daarop om het warme nest te verlaten en het alleen te rooien. Dat bleek geen goede keuze, want ze raakten door koude bevangen in het witte landschap. Eén ding werd zonneklaar: het was kiezen tussen een eenzaam winters sterven of het ongemak van deze prikkelbare gezamenlijkheid. Gelukkig waren ze wijs genoeg om te kiezen voor de warmte van het nest, en de prikjes en verwondingen die regelmatig ontstonden, te leren verdragen.

Mogelijke moraal van het verhaal: Pijn aan elkaar oplopen is onvermijdelijk in elke vorm van samenzijn. Aanvaarden dat je niet volmaakt bent, en de ander ook niet, kan een goede houding zijn. Het grootste geschenk dat je iemand kunt geven, is zeggen ik aanvaard je met alles wat je mee bracht. Van een paar prikjes ga je niet dood. Van vrieskou wel. Leer te leven met wat anderen bij je oproepen. Dat kan je een levensles opleveren.

gepubliceerd op 1 april 2020



Alle columns