Blog 21 ‘liefde in tijden van Corona’- bijdrage van Joost Valeton

door Joost Röselaers

Ik zit achter het vensterglas en hoor de vogels fluiten.
Ik wou dat het al zomer was, dan mocht ik weer naar buiten.
Want binnen is het aardig saai, ik ga me al vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Die anderhalve meter was dan fijn voor ons niet geldig.
We deden dan gewoon een plas, en ’t leven was geweldig.
Nu letten wij op elke kuch, ontlopen steeds elkander.
Ik wil m’n oude leven terug. Maar ’t wordt toch echt een ander.

Op zondagmorgen blijf ik thuis, ik hoor de vogels fluiten.
Er is een kerkdienst op de buis en het is zonnig buiten.
Ik moet me wenden naar het licht, de waarheid en het leven.
Maar ‘k weet niet of het aan mij ligt, het is mij om het even.
We kijken wat er echt toe doet, proberen wel het goede.
En ieder weet wat hij doen moet, al is ’t hem zwaar te moede.
Ik weet het niet en wacht maar af, ik hoor de vogels fluiten.
Wat ‘k wel weet is: het is geen straf, dus kom ik toch ‘naar buiten’.

gepubliceerd op 7 april 2020



Alle columns