Blog 22 ‘Het verlangen geraakt te worden’- Bijdrage van Jet van Koppen

door Joost Röselaers

O, hemel, het is weer mis met mij…

 

Om fit te blijven tijdens coronatijd, wandel ik regelmatig met een stel vriendinnen in het Vondelpark. Op de morgen van mijn “Cri de coeur” kwam ik aan de late kant op de afgesproken plek; ze stonden er al. Gauw mijn fiets op slot aan het hek en met mijn sleuteltjes nog in mijn hand, liep ik met de anderen het park in.

De zon scheen door de bomen, een nijlgans zwom met haar jongen achter zich aan in de vijver en wij wandelden al pratend door het rosarium en verder. Het was een heerlijke dag, we genoten ervan. Na dat gezellig en sportief uurtje park, ging ieder zijns weegs.

Ik liep terug naar m’n fiets en wilde mijn sleutels pakken maar waar waren ze? De angst bekroop me en ik dacht: “O, hemel, het is weer mis met mij: dit is mijn lot, altijd sleutels kwijt!” Nog eens mijn jaszakken doorzoeken, misschien toch in mijn rugzak….maar nergens. Opeens besefte ik me dat ik ze aldoor in mijn handen had gehouden en dus… heb ik ze losgelaten maar waar? Geen enkel idee! Ik voelde me wanhopig en moe. Wat nu te doen? Het hele eind terug lopen, zag ik niet zitten; bovendien begon het ook nog te regenen. Dan maar naar huis lopen. Een geluk, de sleutels van de voordeur had ik nog.

Die middag heb ik de route nogmaals gelopen maar vergeefs…

’s Avonds in bed, dacht ik mismoedig aan mijn fiets die eenzaam in de regen aan het hek van het Vondelpark gekluisterd stond.

.

De volgende dag: ik had geen idee hoe dit probleem op te lossen en de fiets weer terug te krijgen. (ik had geen reservesleutels) Dan maar de boodschappen lopend doen. Gelukkig was het weer opgeknapt en terwijl ik ’s middags met een zware tas terug liep door het Rembrandtpark en bij mezelf dacht “hoe ver moet ik nog?”, hoorde ik plotseling het alles overstemmend gezang van een nachtegaal, zo helder en zo zuiver!

Als gebiologeerd bleef ik staan en luisterde..

en het was of er iets van me afgleed: een grauwsluier van het noodlot. Ik voelde opeens mijn energie weer terug en opgewekt liep ik verder.

 

 

Terugdenkend aan de afgelopen dagen herinnerde ik me dit vierregelig gedichtje van J.C. Bloem die net als ik z’n troost vond in het gezang van de onsterfelijke nachtegalen.

 

De nachtegalen

 

Ik heb van ’t leven vrijwel niets verwacht,

’t Geluk is nou eenmaal niet te achterhalen.

Wat geeft het? – In de koude voorjaarsnacht

Zingen de onsterfelijke nachtegalen.

 

 

gepubliceerd op 25 juni 2020



Alle columns