Vroege vogels op zondagmorgen is een heerlijk radioprogramma met allerlei onderwerpen uit de natuur afgewisseld met mooie muziek.
Onlangs luisterde ik naar een interview over “botanisch stoepkrijten”. Dat doe je tijdens je wandeling. Je ziet tussen de straatstenen een wild plantje; je trekt er met een stoepkrijtje een cirkel omheen en je schrijft de naam van het plantje erbij. Het is een ludieke actie met als doel, je medemens bewust te maken van de biodiversiteit van plantjes die over het algemeen “onkruid” genoemd worden maar die een nuttige functie hebben voor het voortbestaan van, bijen, hommels, vlinders en andere insecten. De stoepkrijtactie heeft er voor gezorgd dat er van gemeentewege al niet meer met gif wordt gespoten.
Nu is het zo dat mij bij het zien van zo’n stoepplantje altijd de regel van onderstaand gedicht van Ida Gerhardt te binnen schiet: “Het onkruid wint het laatst gevecht”. Het gedicht gaat over de strijd en de overwinning van het kwetsbare op het onverzettelijke en logge. Maar ik zie het ook als troost: niet de dood maar de levenskracht overwint!
Lof van het onkruid
Godlof dat onkruid niet vergaat.
Het nestelt zich in spleet en steen,
breekt door beton en asfalt heen,
bevolkt de voegen van de straat.
Achter de stoomwals valt weer zaad:
de bereklauw grijpt om zich heen.
En waar een bom zijn trechter slaat
is straks de distel algemeen.
Als hebzucht alles heeft geslecht
straalt het klein hoefblad op de vaalt
en wordt door brandnetels vertaald:
‘gij die miljoenen hebt ontrecht:
zij komen–uw berekening faalt’.
Het onkruid wint het laatst gevecht.
Ida Gerhardt
gepubliceerd op 30 mei 2020