Geschreven door Margot Brouwer
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Jij Roept
8 april 2025
Titel: De schreeuw van God ofwel de Natuur
Afbeelding: Edvard Munch, De Schreeuw
De schreeuw van God ofwel de Natuur
Ik herinner mij enkele momenten van toen ik heel klein was – nog geen tien jaar – waarop het voelde alsof de werkelijkheid me wakker schreeuwde. Eén keer was het in de klas, toen mijn meester het had over God. Eén keer was het in bed, terwijl ik nadacht over de hemel. En één keer was het op vakantie, gewoon tijdens de wekelijkse bingo-avond. Het waren momenten waarop mijn directe ervaring zich plotseling aan mij opdrong. In plaats van opgeslokt te zijn door mijn herinneringen aan het verleden, mijn ideeën over wie ik ben en wat ik nog wil gaan doen, werd mijn aandacht volledig naar het hier en nu gezogen. Opeens voelde het alsof de tijd stilstond, en een onzichtbare kracht me dwong om de werkelijkheid in haar volle, schrijnende intensiteit te aanschouwen. De meest sprekende uitdrukking van deze intense en vervreemdende ervaringen vond ik veel later, in het schilderij ‘De Schreeuw van de Natuur’ van Edvard Munch, kortweg: ‘De Schreeuw’. Achter een in het zwart geklede figuur kleuren de wolken bloedrood, alsof de hele wereld krijst. De persoon grijpt naar zijn oren om zich hiervan af te schermen, maar tevergeefs. Zijn ogen staren ons blind van angst aan, en zijn mond hangt open in een geluidloze roep van paniek.
Het zou nog meer dan tien jaar duren voor ik er, mede dankzij de filosoof Spinoza, achter kwam wie of wat mij op die momenten nou riep: God. Niet een God buiten mij, maar God als de Natuur: de alomvattende eenheid van het bestaan waar ik deel van uitmaak, en die doordringt tot in mijn diepste zelf. De afgelopen vier jaar schreef ik een boek over deze ontdekking: Sterrenstof zijn wij, waarin ik moderne natuurkunde, sterrenkunde en biologie met Spinoza’s pantheïstische filosofie verbind. Eind vorige week, op 21 februari, las ik mijn manuscript voor de allerlaatste keer door. Na talloze herzieningen en commentaren was het nu eindelijk voltooid, klaar om naar de drukker te gaan. Er was een bepaalde stilte in dat moment, een gevoel van afronding en afscheid. Ik opende mijn mailbox en zag een nieuw bericht van Vereniging het Spinozahuis: ‘Op deze dag in 1677 overleed Spinoza op een zolderkamertje in Den Haag.’ Iets in mij brak open, en ik barstte in tranen uit. Het voelde weer alsof God ofwel de Natuur mij riep: ‘Hé, hier ben ik, je bent op de goede weg.’
Ik dacht terug aan de pelgrimstocht van de geboorteplaats naar het graf van Spinoza, die ik in maart van 2022 aflegde. Na vijf dagen en honderd kilometer lopen had ik alle plekken bezocht waar Spinoza ooit had gewerkt en gewoond. Die avond zat ik in de kerk, in Vrijburg en dacht teleurgesteld: ‘Ik ben overal geweest, maar Spinoza heb ik nergens gevonden.’ Toen drong het tot me door: hij was er al die tijd geweest, en was nu nog steeds bij me. Niet als een schim uit het verleden of als een afwezige grootheid, maar als iets dat niet los van mij stond: als mijn diepste zelf, God ofwel de Natuur. Ik hoorde weer diezelfde roep die ik als kind ervoer; niet langer als een ijzingwekkende schreeuw, maar als een fluisterende herinnering: ‘Hé, hier ben ik, blijf wakker.’
gepubliceerd op 8 april 2025