Uit een gesprek met vrijwilligers die migrantenvrouwen – meestal moslima’s – begeleiden, bleek hoe taai en moeizaam dit werk is. Soms is het ronduit ontmoedigend door de islam- en vluchtelingendiscussie. Maar bovenal vertelden deze vrijwilligsters over hoe zij in de vreemdeling een mens ontdekken die op zoek is naar een menswaardig bestaan. Zij ontdekken gaandeweg hoe kostbaar deze mens is die zij mogen ontmoeten. En met die ontdekte kostbaarheid worden wij eigenaar van de vraag: hoe redden we het samen in Nederland en hoe worden we zo betrokken dat we echte buren met de vreemdeling kunnen worden? Ik zal er zelf mee aan het werk moeten, mij oefenen om de ander te zien zoals hij is in haar of zijn verlangen. Dat kan kostbaar worden, want deze aanvankelijk vreemde mens daagt mij uit om ‘buur’ te worden, deel van zijn wereld te worden en hem deel te laten worden van mijn wereld. En dan denk ik: is dit niet waar het kerstverhaal van Lukas over gaat?
De verhalen rond de geboorte van Jezus zijn een uitnodiging om op een nieuwe manier te kijken naar de mensen om mij heen. Lukas vertelt in zijn beeldende taal dat God nabij komt in een kwetsbare, afhankelijke, kleine mens. Daarmee probeert hij te zeggen dat God ‘nooit los verkrijgbaar’ is. Misschien kunnen wij God alleen maar op het spoor komen via een mens, wie hij of zij ook is. Misschien wel via elke mens in haar of zijn kwetsbaarheid. Misschien oefenen om in elke kwetsbare mens een kerstkindje te zien? Daarmee wordt het een hoopvol Kerstmis.
gepubliceerd op 1 januari 2016