Me-eh. Waarom het schaap graag kerst viert

door Annemieke van der Veen

Ik ben Schaap. En ik vind het fijn om schaap te zijn. Lekker vrij buiten rondlopen, eten van wat er voor je bek komt. En een beetje eigenwijs toch net de andere kant oplopen. Daar groeit óók wat lekkers.
Maar het fijnst is dat je schaap niet in je eentje bent. Er zijn altijd ook andere schapen, ook al zie je ze niet altijd. We houden elkaar namelijk een beetje in de gaten. We zien het als het lammeren wat eerder begint dan we dachten. Dan mekkeren we heel hard, en dan komt de herder helpen. En we merken het als er een lammetje wat te ver weg is gelopen, dan zoeken we samen. En als een van de schapen kreupel is, dan lopen we gewoon wat minder hard. En als het goed is, ziet de herder dat ook.
Maar het allerfijnste van de kudde is midden in de winternacht. Dan is het koud, vreselijk koud. En dan heb je niet alleen je eigen vacht om je warm te houden, maar ook die van alle schapen om je heen. Heerlijk, al die wol. We kruipen lekker dicht tegen elkaar aan, mekkeren zo nu en dan wat, we slapen of we kijken naar de sterren. Net zoals de herders doen.
Midden in zo’n winternacht was er plotseling een vreselijk fel licht. Daar werden wij bang van, en de herders ook. Wat zou het kunnen zijn? En we hoorden een stem die zei ‘Wees niet bang’.  Dat die stem wist, dat ik bang was, dat was wel bijzonder. Zou die stem verder ook zo goed weten wat er aan de hand was? ‘Er is een kind geboren. Geen gewoon kind, maar een heeel bijzonder kind’.
Een mensenlammetje dacht ik, wat leuk! En mijn herder en wij, wij gingen kijken, midden in die winternacht.
En het was een bijzonder kind, want het lag in een stal. Daar horen schapen, en ossen en ezels, maar geen mensen. Dus dat mensenlammetje, dat wilde bij ons geboren worden, al was hij dan ook mens. En de herders vonden het ook een bijzonder kind, want zeiden ze, het was ook voor de arme mensen, zoals zij gekomen.  Daar werden zij bijzonder van, zeiden ze, en wij ook.
Dus sindsdien passen wij schapen nóg een beetje beter op elkaar, want wij zijn bijzonder. Alle schapen in onze kudde zijn bijzonder, omdat we dat kindje gezien hebben. En we worden steeds meer een bijzondere kudde, omdat we op elkaar passen.

door Schaap, uit het gemekker vertaald door Annemieke van der Veen

 

gepubliceerd op 2 januari 2014



Alle columns