Geloven in iets wat evident onmogelijk is.

door Joep de Valk

Het christelijk geloof kun je onderscheiden in enerzijds de ethiek van Gods koninkrijk, voorgeleefd door de mens Jezus van Nazareth, en in anderzijds de hoop van Jezus’ opstanding van Godswege. Ik kan me voorstellen dat u meer heeft met de ethiek dan met het geloof in de overwinning op de dood. Toch is Pasen het belangrijkste christelijke feest. Mag met kerst de komst van het licht in de wereld worden gevierd, met Pasen worden de diepere lagen van onze levensbeschouwing aangesproken. En niet alleen bij ons. Hele seculiere volksstammen drommen samen rond de Matteuspassion en The Passion.
Ethiek en opstandigsgeloof. Ik denk dat we beide aspecten vieren met Pasen. In zijn lijden en sterven leefde Jezus zijn solidariteit met de vertrapte mens tot het uiterste voor. En uit zijn door de mensen ervaren voortleven na zijn dood tot aan de dag van vandaag, blijkt dat het kwaad niet het laatste woord heeft.
Pasen begint eigenlijk al met de Stile Week. Vanaf dan wordt al duidelijk dat intimidatie, haat, moedwillig misverstaan een zwakke en zelfs bespottelijke indruk maken tegenover een zelfs in de diepste ellende nog niet verdwenen compassie. Maar geloven in iets dat evident onmogelijk is? Op een gegeven moment ben ik opgehouden me daar zorgen over te maken. Maar ik houd niet op om Pasen te vieren. Omdat de opstanding van de gekruisigde een verhalend voorbeeld vormt voor hoe wij in ons eigen leven kunnen opstaan.

Witte Donderdag: afscheid van zijn vrienden
Goede Vrijdag: liefde tot het uiterste
Stille Zaterdag: godsverlatenheid
Paaszondag: opstanding

gepubliceerd op 10 maart 2016



Alle columns