St Johannes Theologos

door Sarah Gantzert

Op Rhodos begint de mis in het kerkje St Johannes Theologos om zeven uur. In het voorportaal verdringen gelovigen zich om een kaars aan  te steken voor een grote icoon.
Vanuit de kerk komt het gezang je tegemoet. Vier mannen, links en rechts opgesteld achter grote draaiende lessenaars citeren zingend heilige teksten, wisselen elkaar af en zingen meerstemmig. De donkere klanken doen gregoriaans aan.
Er staan een paar oude, in het zwart geklede, vrouwtjes in de bidstoelen aan de zijkanten. Ze slaan veelvuldig kruizen en buigen in de richting van het altaar, dat zich bevindt in een afgesloten ruimte. Twee westerndeurtjes, rijkelijk versierd met gouden bloemen, bieden toegang en gaan pas na verloop van tijd open.
Daarachter  schuift de pope heen en weer. Hij wordt bijgestaan door een man, gekleed in een rood sportjack. De man beweegt zich onhandig en maakt vreemde gebaren. Hij is niet zoals de anderen .Een simpele van geest? De pope zorgt ervoor dat hij zoveel mogelijk achter de muur verdwijnt.
Intussen vult de kleine kapel zich met gelovigen. Een enkeling gaat op een kerkbank staan en rekt zich uit om een raampje te openen. Het begint warm te worden. Ze wuiven zich met waaiers koelte toe. Het is 24 juni, Sint Johannes.
Ze groeten elkaar en tussen het slaan van kruisen en buigen door, schudden ze elkaar de hand, omhelzen elkaar en wisselen de laatste berichten uit.
Dan gaat er een gesis rond… De pope verschijnt tussen de openslaande deurtjes,  gekleed in een wit met goud bestikt gewaad. Achterwaarts gaat de man met het rode jack hem vooraf met een zware zilveren kandelaar in de hand, waarin een piepklein kaarsje.
De pope draagt een groot, met zilver beslagen lichtblauw boek hoog voor zich uit. Nog meer kruizen worden er geslagen, nog dieper buigen de gelovigen. Ze schuiven naar het middenpad en kussen het boek: de Apocalyps van Johannes, een script uit de dertiende eeuw. Het eiland Patmos is hier niet ver vandaan. Daar heeft Johannes de Openbaring geschreven. Ook heeft hij, volgens de overlevering hier een bezoek gebracht.
De aanraking van het boek brengt genezing van geestelijk lijden, begrijp ik uit hun woorden en gebaren.
Ik word nadrukkelijk uitgenodigd aan het ritueel mee te doen. Het is mij teveel.
Intussen gaat het gezang en gebed van de vier zangers door. De pope verdwijnt achter de deurtjes.
Met de regelmaat van de klok verschijnt hij opnieuw. Hij draagt heilige voorwerpen rond en zwaait met wierook. Ook houdt hij een preek. De gemeente citeert de geloofsbelijdenis, die een stuk langer is dan bij ons.
De pope bidt het onze vader. Net als bij de katharen is dit gebed voorbehouden aan de “ingewijden”.
Ik versta natuurlijk niets, net zomin als ik de Griekse letters op de iconen kan vertalen. Hier ben ik een analfabeet. Misschien juist daardoor dringt het gezang zo door en komt de ceremonie zo ontroerend op me over.
Is dit logisch? Vraag ik me af. Ik associeer: logos. In den beginne was het woord…., of wat eigenlijk? “C’est le ton, qui fait la musique”, zei  Debussy.  Dus toch liever  “geest”. Hoe het ook zij, diep onder de indruk, besluit ik na twee uur op te staan, De mis zal nog een uur duren.
Buiten kom ik op het pleintje, waar de zon al hoog aan de hemel  staat. Ik zie de strakblauwe lucht en daaronder de diepblauwe zee. Een overdadig bloeiende rode oleander steekt af tegen de spierwitte muur van het kerkje.
Rhodos, het eiland van Helios, god van de zon.
Ik ben toe aan een glas ouzo met een olijfje.

gepubliceerd op 1 augustus 2014



Alle columns