Vrijzinnige miniatuur #107

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door PieterJan André
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook

Thema: Zo mooi

Humor is overwonnen droefheid

Deze maand verschijnt een biografie over Hans van Mierlo. Van Hubert Smeets. Van Mierlo was voor mij een bijzondere politicus. Hij zou zich in de toeslagenaffaire gesterkt hebben gezien in zijn strijd voor èchte democratie, macht en tegenmacht, transparantie en het nimmer loochenen van bepaalde principes.

Ik hield vooral van zijn virtuoze taalgebruik. Dat bestond voor mijn gevoel uit een grote eruditie, een flinke portie wijsheid èn humor. Humor, waarvan Godfried Bomans ooit zei: ‘humor is overwonnen droefheid.’

Opbouwende, versterkende humor heeft een speciale kracht, ontsluit, werkt verzoenend en zet iets in beweging…
Van Mierlo was daar een kunstenaar in. Hij noemde Kamerleden, al vèr voor de digitalisering, “politici die opgesloten zitten in hun eigen woordenpaleizen”… En hij had een voorliefde voor mensen met …“ogen met in- èn uitgaand verkeer”…

In de documentaire ‘Wat ik nog te schrijven droom’ (VPRO 2010) krijgt van Mierlo de volgende vraag : “Vroeger wilde je acteur worden… nu ben je Minister van Staat, wat is er mis gegaan”? Zijn antwoord: “Ja, wat is er misgegaan?” Hij grinnikt…”Ik wilde graag acteur worden maar wist niet of ik genoeg talent had. Later besefte ik dat iedereen die het woord neemt in de openbare ruimte, en invloed probeert uit te oefenen met het woord, in de categorie van het ‘drama’ zit. Je merkt het als het stil wordt en als je je woorden zorgvuldig kiest en je mensen meeneemt in het avontuur van je redenering.”

Ooit onderging ik eenzelfde ervaring in een cockpit van een Boeiing 747. Ik had de purser om een bezoekje aan de bemanning verzocht en voor 9/11 was dat nog mogelijk. Ik kwam binnen en er zat een 3 koppige crew: gezagvoerder, copiloot en een marconist. De gezagvoerder: “U mag hier even rondkijken maar de sfeer is om te snijden. We hebben met elkaar een kwestie…” Ik voelde me opgelaten en ging zitten op het klapstoeltje tussen de gezagvoerder en de copiloot. Er gingen zeker 10 minuten voorbij. Toen: “U moest maar weer gaan. Tenzij u deze sfeer kunt doorbreken met een goede witz.” En voordat ik het wist hoorde ik mijzelf zeggen: “Ik weet er wel eentje”. Ik vertelde mijn grap en, als door de voorzienigheid gesteund, moesten ze alle drie onbedaarlijk lachen… Daarna gingen ze praten… Er volgde een gesprek waarbij ik nog 3 uur in de cockpit ben gebleven. Het gesprek ging over de slechte werkomstandigheden bij Martinair (tijdens de Eerste Golfoorlog).

Humor als amalgaan van vreugde en verdriet, van wetenschap en wijsheid, van zakelijkheid en spiritualiteit. Kortom: humor als overwonnen droefheid… humor als medicijn… humor, zo mooi. Hans van Mierlo werd daarin mijn voorbeeld.

Wat taal vermag…

gepubliceerd op 4 februari 2021



Alle columns