Vrijzinnige miniatuur #143

door Vrijzinnige Miniaturen

 

Geschreven door Japke van Malde
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Lente

Een lied van hoop

We zien het buiten groener worden, we zien knopjes boven de aarde uitsteken, voorzichtig soms, maar kleurrijk, de zon breekt door: het wordt lente!
En steeds begin ik ongemerkt een lied van Oosterhuis te neuriën en zingen, een lied van hoop: dat ook mensen mogen gaan bloeien deze lente, met steeds meer ruimte om weer naar buiten te gaan en elkaar weer te mogen ontmoeten. Laten we de moed niet verliezen. Dit is een lied van hoop: 

Honderd bloemen mogen bloeien 

Honderd bloemen mogen bloeien,
grond en lucht genoeg voor alle zaden, knollen, anjelieren
Stenen moeten stenen blijven,
mensen vliegen hoog als goden,
maar de zuring en de klaver mogen bloeien honderdvoud.

Korenbloemen, flarden blauwe hemel, vlijmende papaver,
morgensterren aan de dijken,
flemend om gezien te worden –
woekeren in de populieren als een nest de maretak,
de bloem der zoenen bitterzoet. 

Op zijn stekelige stengel
bloeit en treurt de kale jonker en geen vlinder zal hem vinden.
Tronken zullen twijgen dragen,
varens op bevroren ruiten zullen wuiven, bloeien mogen
honderd rozen van papier. 

Broos op stelen ongebroken,
wild en blindelings verstrengeld, in spelonken, op de vaalten,
tussen schotsen ijs en boeken,
op de graven mogen bloeien, alle ongelijk eenzelvig,
honderd bloemen zonder naam. 

In een woud van droomgewassen,
stenen wortels stalen webben, tochtig labyrint van woorden,
woont een mens op brekebenen:
lelie van het veld, met ogen tranend,
bijna blind van zoeken naar een plek die water geeft 

(tekst Huub Oosterhuis) 

 

gepubliceerd op 26 maart 2021



Alle columns