Geschreven door: Margot Brouwer
Gelezen door: Gert van Drimmelen
De Groningse hemel
“Ga je Groningen missen?” vragen mensen me vaak, als ik vertel dat we binnenkort terug verhuizen naar Amsterdam. Wat een vraag om zo van tevoren te beantwoorden! Het is natuurlijk stiekem niet hun vraag óf ik Groningen ga missen (met een simpele “ja” zullen ze geen genoegen nemen), maar wàt ik ga missen. En wat zal ik het meeste missen? De Groningers die altijd tijd hebben voor een praatje? Hun nuchtere, pretentieloze, en eigenzinnige mentaliteit? Ons grote huis, de moestuin, onze buren, of het feit dat je hier overal kunt parkeren?
Al deze dingen en meer zal ik zeker missen, maar het allermeeste zal ik “het gevoel van Groningen” missen. Het klinkt vreemd (of misschien niet, aangezien Jasper en ik hier allebei voorouders hebben), maar hier bekruipt ons een soort “oergevoel”. Je ziet het in de met vogels bezaaide weilanden, je ruikt het in de geur van gras en koeienmest, je voelt het in de ijskoude wind die rechtstreeks van de Noordpool komt.
Maar het allermeest ervaar ik het als ik naar de Groningse luchten kijk. Omdat het landschap zo vlak en leeg is, strekt de hemel zich als een gigantische koepel over je uit, altijd bezaaid met indrukwekkende wolkenpartijen in alle tinten wit, grijs en blauw. En als we ‘s ochtends wakker worden of ‘s avonds een ommetje maken, dan komen daar de kleuren goudgeel, pastelroze en oranje bij, die op een uniek Groningse manier contrasteren met de felgroene graslanden. Ik moet dan soms denken aan mijn favoriete lied van de (nota bene Haagse) cabaretier Harrie Jekkers:
Het was een landschap
zo mooi, zo schitterend leeg,
zo moest het geweest zijn
toen de wereld begon.
Je kon zien hoe alles
een vorm en een kleur kreeg,
in het licht van een eindeloos
opgaande zon.
gepubliceerd op 11 november 2020