Geschreven door: Joost Röselaers
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Hoopvolle verwachting (advent!) in tijden van Corona
‘Suddenly, hope’ kopt The Economist deze week. 2020 wordt door velen beschouwd als een vrij dramatisch jaar maar op de valreep gloort er hoop. The Economist wijst op de overwinning van Joe Biden in de Amerikaanse verkiezingen maar vooral op de positieve verwachtingen rond een nieuw vaccin. Zou er dan licht zijn aan het einde van de Coronatunnel?
‘Suddenly, hope’. Het is een treffende samenvatting van de periode van Advent, de vier weken voor Kerst. De dagen worden steeds donkerder. Je zou er moedeloos van worden. Dat moedeloze heeft echter niet het laatste woord. Want ‘het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen’.
Zo ver is het nog niet. Het vaccin is er ook nog niet. We hopen er vooral op. En zo komen we onverwacht aan bij de kern van Advent. Want Advent draagt van zichzelf al de gedachte in zich dat het in deze weken gaat om inkeer en bezinning. Een tijd van hoopvolle verwachting waarin de reflectie op onze verwachtingen voor de toekomst de (stille) toon aangeeft. Maar hopelijk ook een tijd van omzien naar elkaar!
Inkeer voorafgaand aan de weg naar de ommekeer. Een ommekeer zal dit jaar nog meer dan anders vurig gewenst worden.
In de woorden van Huub Oosterhuis:
De nacht loopt ten einde,
De dag komt naderbij.
Wanneer de zee bespringt uw land
en slaat u ’t leven uit de hand,
weet in uw angst en stervenspijn:
uw dood zal niet voor eeuwig zijn.
Zie naar de boom die leeg en naakt
in weer en wind te schudden staat;
de lente komt, een twijg ontspruit,
zijn oude takken lopen uit.
gepubliceerd op 30 november 2020