Vrijzinnige miniatuur #63

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door: Dik Mook
Gelezen door: Gert van Drimmelen

Ik ben geraakt door stilte, windstilte

Het is nog vroeg, eigenlijk te vroeg voor mij om al goed te kunnen waarnemen, als ik naar buiten loop en de grote moderne windmolens zie draaien in de eerste zonnestralen. Ook al draaien de molens, weliswaar langzaam, ik voel geen zuchtje wind. De ochtenddamp hangt onbeweeglijk rond de wieken, de eerste vogels zingen hun morgenlied. Bang om de eerste windvlaag te veroorzaken loop ik zo voorzichtig als ik kan richting rivier. Eenmaal op de dijk word ik overvallen door de stilte. Maar waarom draaien de windturbines aan de andere kant van de rivier dan toch?

In stilte voel ik altijd een geheim. De weinige keren dat ik in mijn leven echte totale, diepe stilte ervaarde was ik dicht bij dat mysterie. En hoewel elk woord daarover tekort schiet, vat de term ‘roerloze beweging’ dat gevoel enigszins samen. Want in de stilte gebeurt er van alles; niet in mijn omgeving maar in mij, juist door die volslagen rust.
Ik merk dat ik in een traditie sta; niet alleen door de verbazing over beweging in de windstilte. Maar ook door die eerste windmolen, die 800 honderd jaar geleden in onze contreien verscheen. Ook toen moeten de mensen stomverbaasd zijn geweest dat hoe weinig wind er ook was, de molen toch draaide om graan te malen en later om water te pompen en ons sompige land droog te krijgen.

Ik zie dat de zachte wolkendeken tussen de molens wegtrekt en besef me dat in de hogere luchtlagen natuurlijk meer luchtbeweging is dan hier op de grond tussen bomen en huizen.
Zo is mijn perspectief van hier en nu, van stilte beperkt. En ook mijn manier van kijken op lange termijn is relatief; Ik vind de molens van 250 jaar oud prachtig en kijk met gemengde gevoelens naar de ‘horizonvervuilers’ van nu. Hoe zou de matineuze 18de eeuwer tegen die nieuwe molen langs de Kinderdijk hebben aangekeken?
Nee, totale windstilte is het nooit en of iets ‘goed’ of ‘slecht’ is weten we meestal later pas, soms pas na een paar honderd jaar.

gepubliceerd op 2 december 2020



Alle columns