Vrijzinnige Miniatuur #7

door Vrijzinnige Miniaturen

Met wind in de haren
en zon in de rug
ligt het land voor ons open.
Met Jou aan mijn zij,
met Jou op mijn pad
geen kwaad zal ik duchten
want Jij bent nabij.

Lied van Sieds Prins.

De eerste zomerstorm blaast als een gekkie over het IJsselmeer.
Luidruchtig klettert de regen tegen mijn gehuurde vakantiewoning.
Heb ik alles gesloten?
Is dit onderkomen stevig genoeg?
Wat als?

Na mijzelf wat bemoedigend toegesproken te hebben, val ik in een onrustige slaap.
Bij het eerste licht naar buiten kijkend, zie ik dat alles beweegt.
Nee, gelukkig niet hier binnen, maar buiten raast en blaast het.
Alles buigt en zwiept.
De wolken, de golven op het meer, het zonlicht, alles is in razernij.

Terwijl ik dit schouwspel gadesla, bedenk ik mij dat deze krachten nog het meeste op een dans, een Tango lijken.
De natuur is de balzaal waarin alles soms grijs en opeens veel kleurig, stalend en sprankelend in een flitsend geheel over elkaar heen tuimelt.
Alles versmelt in een meegaan.
Het onophoudend bulderen, grenzeloze heftigheid, als de waanzin van de liefde.
Niets in de natuur dat geen Ja zegt .
Hier zijn geen twijfelaars en nee zeggers.

Als ik bedenk dat dit een metafoor is voor hoe ik in het leven sta, schieten mijn ogen vol vocht.
Verstop ik mijzelf, als ik gevraagd word?
Zeg ik te makkelijk Nee omdat iets nieuws gelijk ook eng en dus onbekend is?
Of zeg ik Ja en durf ik mee te gaan in de stroom van ongekende uitnodigingen?
Hoe blijf ik onbevangen open staan?
Ik spreek en zing mijzelf zachtjes toe:

Met wind in mijn haren want jij bent nabij.

gepubliceerd op 15 september 2020



Alle columns