Vrijzinnige miniatuur #96

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Matthijs de Jongh
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook

Thema: Geluk

Geluk als bijproduct

Waarom hebben we de afgelopen weken zo ademloos gekeken naar de aftakeling van Trump? Overal klonk ontluistering door, ontgoocheling. Hoe heeft zoiets in dat land kunnen gebeuren, zo vroegen velen zich af.

Natuurlijk hebben we de afgelopen jaren veel rare dingen gezien. Toch stemmen de recente gebeurtenissen niet overeen met ons beeld van de Verenigde Staten. Want ondanks al onze kritiek op het land, de VS staan uiteindelijk ook voor een ideaal. Een ideaal dat al is terug te vinden in de Onafhankelijkheidsverklaring uit 1776, kernachtig verwoord in die ene beroemde zin:

‘Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door hun schepper met onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, waaronder het recht op leven, vrijheid en het najagen van geluk.’

Natuurlijk – ook toen was er de hypocrisie: deze vrome woorden over gelijkheid werden geschreven door een slavenhouder. Tegelijk zijn ‘Life, Liberty and the pursuit of Happiness’ twee en een halve eeuw lang een geloofsartikel van de Verenigde Staten geweest. Bron van inspiratie voor het hele Westen.

Pursuit of happiness, het zijn woorden om op te kauwen. De Verenigde Staten berusten op een ideaal dat eenieder in vrijheid zijn geluk mag najagen. Dat heeft het land veel goeds gebracht en een tomeloze energie ontketend. Tegelijk heeft dat jachtige ook iets rusteloos, iets manisch. Het najagen van geluk wordt niet alleen als een recht gezien, maar ook als een plicht: iedereen moet meegalopperen in de jacht.

Hoe zou de maatschappij eruit zien als deze woorden niet in de onafhankelijkheidsverklaring waren opgenomen? Zouden we misschien niet beter af zijn in een cultuur waarin het najagen van geluk minder op de voorgrond stond? Rustiger en evenwichtiger misschien.

Ik moest daarbij denken aan een boekje van de Britse econoom John Kay. Hij betoogt dat we onze doelen het beste op een indirecte manier kunnen bereiken: we bereiken doelen door ze juist niet na te streven. Kay noemt dat Obliquity. Hij laat bijvoorbeeld zien dat succesvolle bedrijven vaak niet zijn gericht op het behalen van de hoogste winst. Die winst is eerder een uitvloeisel, een gevolg van een enthousiaste organisatie waar mensen plezier in hun werk hebben.

Op individueel niveau werkt dat vaak net zo, zo betoogt Kay. We worden niet gelukkig als we steeds maar rusteloos op dat geluk blijven gericht. Pas als we ergens helemaal in opgaan, ergens met al onze aandacht mee bezig zijn, in een flow geraken, merken we achteraf dat dat ons gelukkig heeft gemaakt. Geluk is dan eerder een bijproduct. Bij de een gaat het om toneelspelen, de ander om wandelen, de derde gaat op stap met zijn vrienden. Geluk jaag je niet na. Geluk blijk je achteraf al te hebben gevonden.

gepubliceerd op 20 januari 2021



Alle columns