In de maanden februari en maart houden we in de diensten een serie over de zaligsprekingen.
Omdat we in de bijbelkring op maandagochtend dit seizoen het Matthëus-evangelie lezen, kwamen we deze tekst al in december tegen. Het viel ons op dat in een aantal vertalingen het bekende ‘zalig’ vertaald wordt als ‘gelukkig’. ‘Gelukkig de armen van geest… Gelukkig de treurenden.’ Hoewel het dichter bij de Griekse grondtekst ligt, klinkt het wat modieus. Het woord ‘geluk’ is immers vandaag de dag een populair begrip, een aanduiding voor een gevoel. We moeten ons gelukkig voelen! En als je je af en toe wat ongelukkig voelt, dan is er al snel iets mis met je.
In de context van de zaligsprekingen krijgt het begrip ‘geluk’ een andere kleur:
‘Gelukkig de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen…’
We ontdekten dat het in de eerste vier zaligsprekingen gaat om kwetsbare mensen; mensen die het koninkrijk van God nodig hebben. Dat zijn degenen met wie Jezus is. En van de laatste vier zaligsprekingen kun je zeggen: het koninkrijk heeft hen nodig! Want dan gaat het om de vredesstichters, de barmhartigen, de vervolgden. In de zaligsprekingen gaat het dus niet in de eerste plaats om een gevoel, maar om de hoop dat alles anders gaat worden. Deze wereld, maar dan omgekeerd.
Stel je voor, wat een geluksgevoel zal dat geven…
gepubliceerd op 10 januari 2013