Een koninklijk mens

door Jessa van der Vaart

Wanneer ik naar het programma ‘Blauw bloed’ kijk, lijkt het alsof ik in een sprookjesboek blader. Vooral de toekomstige koningen en koninginnen zien er allemaal even prachtig uit. Ze schitteren in unieke jurken en statige uniformen en stralen – een enkele rebel daargelaten – zelfbewustzijn en kracht uit.
Een heel ander beeld is te zien in het heropende Stedelijk. Daar hangt een portret dat Luc Tuymans maakte van koningin Beatrix. Het is uitzonderlijk, omdat het nu eens niet gestileerd en geflatteerd is, maar aangrijpend eerlijk. De koningin van Tuymans is een statige, maar ook kwetsbare oudere vrouw. Een mens van vlees en bloed, die net als andere mensen van die leeftijd, door het leven getekend is.
In het evangelie van Mattheus komen ook twee totaal verschillende beelden van koningen voor. In zijn kerstvertelling plaatst hij ze naast elkaar: aan de ene kant koning Herodes en aan de andere kant de ‘koning der joden’. Mattheus doet dit bewust, want heel zijn evangelie zal gaan over de vraag wie de ware koning is. Wat bepaalt het messiaanse koningschap? Van Herodes horen we dat hij zich een ongeluk schrikt als hij begrijpt dat er een kind geboren is dat zijn volk zal verlossen. Hij probeert de magiers in te schakelen om er achter te komen waar dat kind is. Als hij merkt dat hij door hen is bespot, omdat ze niet naar hem terugkeren, ontsteekt hij in woede en laat alle kinderen jonger dan twee jaar ombrengen. Dat is wat je noemt een koning die niet met zich laat spotten. En Jezus? Van hem horen we aan het eind van het evangelie dat de soldaten die hem gevangen nemen hem belachelijk maken. Ze zetten een doornenkroon op zijn hoofd en noemen hem spottend ‘koning der joden’. En daar ligt het geheim: de valse koning is een machthebber die niet met zich laat spotten. De ware koning is een kwetsbare, weerloze mens die met zich laat spotten.

gepubliceerd op 18 december 2012



Alle columns