Jantje zag eens pruimen hangen

door Japke van Malde

Ons jaarthema ‘Pleidooi voor vrijheid’ klinkt positief: we willen vrij zijn, om te geloven wat we willen – en om te doen waar we zin in hebben. Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Als we dat doen, kunnen we elkaar aardig in de weg lopen, en dat voelt onvrij. We moeten elkaars grenzen respecteren en van elkaars spullen afblijven. Kent u dat oude liedje van Jantje die pruimen zag hangen en dacht: “Ach, als ik er een paar mee neem, niemand die het merkt.” Geef hem eens ongelijk… Het kinderliedje is heerlijk moralistisch: omdat Jantje toch gehoorzaam wil zijn en alle pruimen laat hangen, wordt hem een zak vol pruimen geschonken. Wat een braaf jongetje! Ik ben bang dat dit liedje door de hedendaagse jeugd niet helemaal meer begrepen wordt.
Dit verhaaltje lijkt er op, maar eindigt anders: Toen rabbi Kahana met rabbi Elazar langs een wijngaard wandelde, en hij zei: “Geef me een splinter van het hek, om mijn tanden te stoken.” Toen Elazar dat wilde doen, zei Kahana: “Doe toch maar niet, want als iedereen dat zou doen, zou spoedig het hele hek er niet meer staan.” Een doordenkertje, want stel dat het jouw hek zou zijn, dan zou je toch ook willen dat anderen er van af blijven. Dit beroep op empathie, met een vleugje moraal er in, dat spreekt me wel aan. Altijd je inleven in de ander, dat kan nooit kwaad.
Toen een ongelovige bij de grote rabbi Hillel kwam en vroeg of hij hem in een paar minuten de hele wet kon leren, was het antwoord: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Dat is de hele Thora, de rest is uitleg. Ga en leer!”

gepubliceerd op 3 november 2016



Alle columns