Blog 20 ‘Liefde in tijden van Corona’- bijdrage van Matthijs de Jongh

door Joost Röselaers

Op schrikkeldag, een eeuwigheid geleden, beluisterde ik een podcast over de geschiedenis van de kalender. Verteld werd over de revolutionaire kalender van de Franse revolutie, gebaseerd op het tientallig stelsel. De week duurde er tien dagen. Lang heeft deze kalender het niet volgehouden. De oude tijdsbeleving, waaronder de zevendaagse week, bleek te dominant.

In normale tijden hebben de dagen hun eigen betekenis. Vaak gedeeld, soms particulier. Maandag: het begin van de week; woensdagmiddag vrij, op vrijdag nog de laatste dingen afmaken, een borrel erna. Uitgebreid ontbijten op zaterdag, sporten met de kinderen, vrolijke drukte. Zondag een dag voor rust, de batterij wordt weer opgeladen.

Hoe anders is dat nu: de dagen lijken op elkaar, het verschil tussen werkweek en weekend is bijna opgeheven. Toch blijft de behoefte aan ritme van de oude dagen. Het kan nog steeds, maar het vergt meer moeite.

Plotseling realiseer ik me hoe voor ouderen de dagen bijna altijd op elkaar lijken. Of voor zieken, vluchtelingen, gevangenen. Dat gedeelde veranderende tijdsbesef kan misschien wel helpen om kloven te overbruggen.

En tegelijk loopt dat andere, langzame, ritme van de tijd onverminderd door: in tijden van corona is de lente uitgebroken. In de polder roepen grutto’s, de tureluur is terug, de broedende kievit verjaagt de buizerd. Misschien moeten we ons maar instellen op het gestage ritme van de seizoenen. ‘Stil de tijd’ kan ook geen kwaad, wie weet wat collectieve onthaasting nog kan brengen.

gepubliceerd op 6 april 2020



Alle columns