Vrijzinnige miniatuur #35

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door: Holkje van der Veer
Gelezen door: Holkje van der Veer

De Kaaisjouwer

Anneke is een vriendin van mij. Als ik onverwachts langskom, ligt ze gevloerd op de bank. Om 15.00 ‘s middags kijkt ze al gapend naar een snookerwedstrijd.
“Ik vind er helemaal niets meer aan”, zijn haar droeve openingswoorden. “Op mijn werk zie ik cliënten alleen maar achteruit gaan. Dat verschrikkelijke rotvirus maakt mensen steeds angstiger, waardoor zij nog maar zelden naar buiten gaan. En buiten op straat is er ook niets meer aan. Iedereen zit verstopt achter zo’n mondlapje. Een klein praatje in de lift of bij de brievenbus in de hal, het is er niet. Eénzaamheid. Opgesloten raken in een kleine wereld van ik en mijzelf, op dit moment is dát een grotere vijand dan het virus.”
Ik kijk mijn vriendin aan en besluit zo min mogelijk te reageren. Laat haar maar even. Iedere dag mensen helpen met wassen en aankleden is zwaar werk. Dit goede mens sjouwt heel wat af. Ze kan niet stoppen met somberen.

“En over twee maanden is het alweer Kerstmis”, verzucht ze. “Wat moet dat worden?”
Na de koffie pak ik mijn fiets en maak een ommetje langs de Waal. Bij de haven is een nieuw beeld geplaatst. ‘De Kaaisjouwer’, een stoere man, staat met zijn zware last op de schouder te glimmen in de zon.
Ik denk aan mijn zorgsjouwer die op de bank ligt. Zij voelt zich als een zak gevuld met stenen.
Mijn fiets stopt bij de bloemenwinkel. Sjouwend met een bos vol geur en kleur loop ik nogmaals bij haar binnen. “Anneke, doe die tv eens uit en laten we een borrel inschenken”, zijn mijn openingswoorden. “Je mag klagen zolang je maar wilt, maar vandaag krijg jij bloemen van De Kaaisjouwer.”

gepubliceerd op 23 oktober 2020



Alle columns